Voor AZ ging het zondagmiddag maar om één ding: winnen. De vreugde-explosie van Sven Mijnans na het doelpunt dat uiteindelijk goed bleek voor drie punten was zo bezien ook goed te begrijpen. En de AZ-captain is ervan overtuigd dat ze het hem bij zijn oude cluppie niet kwalijk zullen nemen.
Sparta-AZ is de wedstrijd waar ruim tweeënhalf jaar geleden het eerste tijdperk van Maurice Steijn bij de Rotterdammers mee begon. Het was de wedstrijd waarin de gasten lang op een overwinning afstevenden, maar waarin Vito van Crooij met een rake vrije trap in blessuretijd alsnog voor een gelijkspel zorgde: 1-1. Dat punt betekende dan weer het startschot van de memorabele comeback waarmee Sparta tot de verbazing van velen ontsnapte aan een al zeker lijkende degradatie.
Wie de beelden van toen terugkijkt, ziet Sven Mijnans als een van de eerste spelers op Van Crooij duiken. De technicus uit Spijkenisse was destijds nog speler van Sparta, doorgebroken onder Henk Fraser, maar onder de huidige trainer van RKC Waalwijk toch vaker invaller dan basisspeler. Steijn zette Mijnans samen met Younes Namli direct in zijn elftal, voor wat meer aanvallende impulsen. Die beslissing werd beloond.
In het seizoen dat volgde zette Mijnans zijn ontwikkeling voort en verdiende hij halverwege een transfer naar AZ. Daarmee vierde hij zondag opnieuw een feestje op Het Kasteel. Ruim een kwartier voor tijd won Mijnans in het vijandelijke strafschopgebied een duel van Shunsuke Mito, waarna hij de bal in de verre hoek schoot. Nick Olij kreeg zijn hand er nog wel tegenaan, maar slaagde er niet in om de 1-2 te voorkomen.
Mijnans, die door het ontbreken van Jordy Clasie en Bruno Martins Indi in de basiself opnieuw aanvoerder was bij AZ, schreeuwde het uit van blijdschap en liep juichend richting het uitvak. In de voetballerij is het voor spelers toch vaak een vraagstuk wat zij nou eigenlijk moeten doen als ze scoren tegen een oud-werkgever, maar Mijnans was daar zondag duidelijk niet mee bezig. De ontlading nam het over; de vreugde was puur en groot.