Van Peppen: eigenzinnige uitvinder van het wiel
Ard van Peppen (30) voelt een drang zijn visie ergens in kwijt te kunnen. Hij opende al eens een pop-upwinkel en hoopt een hotel te beginnen met zijn vriendin. Ook bij Roda JC Kerkrade roert de ex-aanvoerder zijn mond. ‘Ik heb gewoon een duidelijke mening. Die móét ik kwijt.’
Net buiten de binnenstad van Maastricht springt een Gotische kerk met zijn aangrenzende klooster in het oog. Ard van Peppen loopt achter de kinderwagen de hoofdingang binnen. Niet voor een wekelijks kaarsje of schietgebedje. Het praktiserende van de godsdienst is allang losgelaten in het bouwwerk uit de vijftiende eeuw. Inmiddels huisvest het Kruisherenhotel er.
Achter de receptie staat Robin van der Eijk, de vriendin van Van Peppen. ‘Ik loop regelmatig een rondje door de stad met die kleine’, zegt de linksback. Tussen de lange lokken en ruwe baard stralen zijn ogen als hij naar zijn zes maanden oude dochter Evi kijkt. Van Peppen is acht jaar samen met zijn vriendin, die hij tegenkwam in een kroeg in Delft, de stad waar beiden geboren zijn. Nog ver daarvoor zou hijzelf naar de Hogere Hotelschool gaan. Maar toen mocht hij in de jeugd van Feyenoord beginnen en richtte hij zich op het voetbal. Robin rondde enkele jaren geleden wél die opleiding af. ‘Het lijkt ons heerlijk ooit een hotel te beginnen. De charme van een hotel… Dat lekkere gevoel dat je er krijgt, van de beleving, een goede service. Als mijn vriendin en ik het overdag over onze plannen hebben gehad, lig ik daar ’s avonds wakker van. Ben ik dat hotel in mijn hoofd al aan het inrichten, denk ik het plan helemaal uit. Ik heb heel erg die drang ergens mijn visie in kwijt te kunnen. Waarin precies, daar ben ik nog niet uit. Dat kan een hotel zijn, maar ik heb meer goede ideeën.’
Hij grijnst. ‘Robin moet vaak lachen: “Heb je hem weer”. Ik bedenk nogal eens wat. Ik vind echt dat ik goede ideeën heb, maar verder dan dat komt het nooit. Daar heb je natuurlijk geen reet aan. Nu zeg ik vaak gekscherend tegen haar: Ik ben wéér rijk geworden. Ik leef zwaar op die roze wolk in de eerste periode van zo’n idee.’