Veelzijdig talent Klaassen scoort uit alle standen
Voetbal International kiest na elke speelronde in de Eredivisie de Speler van de Week. Voor de zestiende speelronde was dat Davy Klaassen.
Frank de Boer hoefde niet lang na te denken over het antwoord op de vraag welk doelpunt van Davy Klaassen hij afgelopen zaterdag tegen NAC Breda (4-0) het mooist vond. De Ajax-trainer koos de derde. De inleidende pass van Niklas Moisander riep herinneringen op aan de dieptebal die De Boer zelf ooit lanceerde in de kwartfinale van het WK in 1998, tegen Argentinië, op Dennis Bergkamp. De balcontrole van Klaassen was even fijnbesnaard als die van Bergkamp destijds. Met het verschil dat Bergkamp in Marseille eerst nog verdediger Roberto Ayala uitkapte, waar Klaassen met zijn aanname meteen doelman Jelle ten Rouwelaar omspeelde.
Ook zijn andere twee goals mochten er zijn. De eerste kwam tot stand na een combinatie met Lasse Schöne, dwars door het hart van de Brabantse defensie. De tweede was een loeiharde volley op aangeven van Viktor Fischer. Klaassen zelf was de eerste die zich ontworstelde uit de polonaise die zaterdagavond rond hem werd ingezet. ‘Dat eerste doelpunt vond ik niet echt mooi’, relativeerde de twintigjarige middenvelder. ‘Bij die tweede en derde kreeg ik een prima pass, het was makkelijk die binnen te schieten.’
Die nuchterheid kenmerkt het talent. Na een jaar liesblessureleed wil hij vooral genieten van het spelen zonder pijn en zorgen. Dat lukt hem de laatste weken prima. Wat opvalt, is de variatie in zijn doelpunten. Zijn hattrick tegen NAC kwam op drie verschillende manieren tot stand, in de voorgaande weken was Klaassen tegen Heracles Almelo en ADO Den Haag trefzeker geweest met zijn hoofd. Die verscheidenheid in goals, opgeteld bij zijn uitgekookte veldspel, vertelt het verhaal van de belofte die Klaassen met zich meedraagt.
