VI Flashback: het duel waarin Van Gaals jongens mannen werden
Het is vandaag precies vier jaar geleden dat Nederland in Brazilië een historische zege boekte op toenmalig wereldkampioen Spanje. VI blikt terug op de clash met La Roja in Salvador (1-5). De wedstrijd waarin ontzag overging in ontlading.
Het Nederlandse publiek leefde met gemengde gevoelens toe naar de ontmoeting met Spanje. Vanzelfsprekend werd reikhalzend uitgekeken naar het begin van het WK. Maar toch. Onderhuids sluimerde er ontzag. Zelfs angst. Want wat kon Nederland nou uitrichten tegen Spanje, de regerend kampioen van Europa en de wereld?
Het was niet de vraag of Oranje zou verliezen van Spanje, maar met hoeveel. Daar waren alle kenners het wel over eens. Op de dag van de wedstrijd had een overgroot deel van de zeventien miljoen Nederlanders zonder meer getekend voor een kleine nederlaag. Alles om een dramatische start van de groepsfase, waarin Chili en Australië de andere tegenstanders waren, te voorkomen.
De beelden uit de catacomben, even voor negen uur 's avonds, sterkten het gevoel van onbehagen. Rechts Stefan de Vrij en Bruno Martins Indi, de angstaanjagend onervaren verdedigers van Feyenoord. Links Diego Costa, de Spaanse superspits die in zijn eentje breder was dan de mandekkers van Feyenoord bij elkaar. Even verderop wierp Ajacied Daley Blind een eerbiedige blik op David Silva, de geniale Spanjaard die hij moest bewaken. Tegelijkertijd vonden de ogen van Jonathan de Guzman van Swansea City die van Xavi, een van de beste middenvelders aller tijden.
Een onmogelijke opgave. Dat was het. Zelfs in het 5-3-2-systeem, de veel bekritiseerde vondst van Louis van Gaal, was er geen houden aan. Dat zag zelfs de grootste leek. Nadat het eerste fluitsignaal had geklonken, werden we allemaal bevestigd in onze vrees. Spanje stormde. Het was slechts een kwestie van tijd voordat het broze Nederlandse dijkje het zou begeven. De 1-0 kwam in de 27ste minuut van de voet van Xabi Alonso (foto onder). Onze jongens stonden met zijn vijven achterin, maar leken ver in ondertal. Ondanks dat alles bleef het 1-0, mede door een geweldige redding van Jasper Cillessen op een inzet van Silva. Oranje snakte naar de pauze.
Toen brak de 44ste minuut aan. Een spaarzaam momentje van rust. Daley Blind dribbelde bij de linkerzijlijn, halverwege het veld. Afspeelmogelijkheden waren er niet. Of toch wel? Blind richtte zijn hoofd op en zag hoe Robin van Persie veertig meter verderop een sprint startte. Hij twijfelde geen seconde. Met links zwiepte hij de bal naar voren, in een onmogelijke poging de enorme ruimte te overbruggen. De bal tartte de wetten van de zwaartekracht en belandde exact in de loop van Van Persie, die inmiddels op topsnelheid lag. Maar de Rotterdammer kon de bal niet in een keer schieten, laat staan aannemen. Daarom lanceerde Van Persie (foto onder) zichzelf en in volle vlucht kopte de Rotterdammer de bal over doelman Iker Casillas in het doel.
Het was het moment dat alles veranderde.
Wat er halverwege in de catacomben van de Arena Fonte Nova heeft plaatsgevonden, zal altijd een mysterie blijven. Een eeuwig voetbalraadsel. Wat er ook is gebeurd of gezegd: de Nederlanders waren in de tweede helft geen prooien, maar jagers. Gesterkt door het magische moment van Van Persie, waren Van Gaals jongens ineens mannen met zelfvertrouwen geworden.
Al acht minuten na rust zette Arjen Robben de wedstrijd op zijn kop, na weer een geniale pass van Blind. In de Nederlandse huiskamers en op de pleinen keken supporters elkaar na het juichen vol ongeloof aan.
Elf minuten na de 1-2 maakte Stefan de Vrij met meer geluk dan wijsheid 1-3. Het zou toch niet echt!?
Toch wel. Acht minuten later maakte Van Persie de 1-4 en de 1-5 van Robben tien minuten voor het einde vormde het pronkstuk op een van de meest waanzinnige wedstrijden aller tijden.
De avond waar niemand van had durven dromen, was onder onze ogen zomaar realiteit geworden.
Om mee te kunnen praten, moet je ingelogd zijn met je VI-account.
Login