In de jeugdopleiding van Barcelona konden trainers en toeschouwers eind jaren negentig hun ogen niet geloven. Tussen jochies als Andrés Iniesta, Xavi en Mikel Arteta dribbelde een kleine Nigeriaanse speler genaamd Haruna Babangida iedere verdediging aan gort. Louis van Gaal liet hem op zijn vijftiende al officieus debuteren in de Catalaanse hoofdmacht, maar een officiële doorbraak zou er nooit komen.
Dit is het verhaal van het supertalent dat het Barça-publiek nooit zag.
Bij de naam Babangida gaat er bij veel voetballiefhebbers waarschijnlijk wel een belletje rinkelen. Zijn oudere broers Tijjani en Ibrahim speelden allebei in Nederland. Tijjani maakte het meeste indruk als speler van onder andere Roda JC en Ajax, terwijl Ibrahim vijf jaar het shirt van FC Volendam droeg. Haruna was zelf kort actief in de jeugdopleiding van Ajax, waarna hij jaren later nog zeven wedstrijden voor Vitesse speelde. De man die ooit door huidig Arsenal-manager Mikel Arteta werd beschreven als de beste vijftienjarige speler die hij ooit had gezien, maakte weinig indruk op het Arnhemse publiek. Wat is er onderweg misgegaan met de parel van La Masía?
'Hij zat in die periode op hetzelfde niveau als Lionel Messi in zijn jonge jaren'
Om meer te weten te komen over de status van Babangida in de jeugdopleiding van Barcelona nemen we contact op met oud-Feyenoorder Dani Fernández. Hij speelde meerdere seizoenen samen met de jonge Nigeriaan op La Masía. ‘Bij zijn komst had iedereen het over hem’, zegt de voormalige rechtsback vanuit Spanje. ‘Vooral omdat hij het broertje van Ajax-speler Tijani Babangida was. Hij maakte bij zijn binnenkomst direct het verschil. Hij was een groot talent. Hij was sterk, ongelooflijk snel en had veel skills. Op de training wilde niemand tegenover hem staan. Hij zat in die periode op hetzelfde niveau als Lionel Messi in zijn jonge jaren.’
De mond van Fernández viel regelmatig open van verbazing als Babangida weer een actie inzette. ‘Ik kan niet één specifieke wedstrijd uitkiezen, omdat hij iedere dag speciale dingen liet zien. We gaven hem de bal en dan maakte hij het verschil. Hij was ook echt een goede jongen. Hij lachte altijd en had een ongelooflijk groot hart.’ Voor de oud-speler van NEC is het ook moeilijk te verklaren waarom Babangida niet in de absolute top is geëindigd. ‘Er zijn heel veel dingen die een carrière kunnen bepalen. Maar één ding is zeker: hij had het talent om in Camp Nou te schitteren.’
Om erachter te komen waarom dat niet gelukt is, nemen we contact op met de Nigeriaan, die maar al te graag tijd wil maken voor een interview. Op een zondagochtend verschijnt Babangida met een grote glimlach in beeld via FaceTime. Hij heeft nog altijd het herkenbare spleetje tussen zijn tanden en zit in de auto, die hij voor het interview eventjes aan de kant heeft gezet. ‘Goedemorgen! Hoe gaat het met je?’, vraagt hij opgewekt. Hij legt uit dat hij belt vanuit Kaduna, een stad in het noorden van Nigeria, waar hij en zijn andere voetballende broers zijn geboren. De drie runnen daar nu een voetbalacademie, waarmee ze Nigeriaanse talenten klaarstomen voor een stap naar Europa. Ze hebben al spelers ondergebracht in landen als Rusland, Israël en Oekraïne.
Babangida is goedgemutst en er volgen mooie anekdotes over een staredown tussen Van Gaal en Bogarde, een huilende Iniesta en zijn avonturen met grote vedettes als Luís Figo en Romário. Ondertussen zoekt Babangida zelf naar antwoorden waarom hij zijn belofte als toptalent nooit helemaal heeft kunnen inlossen.
Ajax
Haruna Babangida was veertien toen hij in 1996 in navolging van zijn broer Tijjani in Amsterdam belandde. ‘De verhuizing was wat makkelijker omdat ik met mijn twee broers in een huis kwam te wonen’, legt hij uit. ‘Alsnog was het behoorlijk lastig, aangezien ik van veertig graden ineens in de sneeuw en -15 terechtkwam.’
Hij kan zich nog herinneren dat hij in een elftal kwam te spelen met Chedric Seedorf – het jongere broertje van Clarence – en Mbark Boussoufa, die later doorbrak bij AA Gent en Anderlecht. Haruna ontmoette via zijn broer topspelers als Jari Litmanen, Nwankwo Kanu en Patrick Kluivert. ‘Maar ik keek het meest op tegen mijn broer, omdat hij op dezelfde positie speelde als ik.’ Van Gaal was de trainer van Ajax, maar hem zag hij alleen van een afstandje als hij in het stadion bij zijn broer ging kijken. Daar zou later in Barcelona verandering in komen.
De jongste Babangida zou uiteindelijk maar een half jaar in Amsterdam blijven. Hij herinnert zich nog dat op een dag een Spaanse zaakwaarnemer naar hun huis kwam om de toekomst van Tijjani te bespreken. ‘Die agent en mijn broer kwamen daarna samen een kwartier naar mijn training kijken’, weet Haruna nog. ‘Die zaakwaarnemer vond me een hele goede speler en wilde me uitnodigen voor een stage bij Barcelona.’ Tijjani hield de boot voor zijn kleine broertje af, omdat het hem verstandiger leek om bij hem in Amsterdam te blijven.
Toen er vervolgens problemen ontstonden met zijn Nederlandse visum, bleek deze in Spanje wat gemakkelijker te verkrijgen. Na contact met de zaakwaarnemer vloog de piepjonge Babangida alsnog naar Barcelona voor een testtraining met een jeugdteam van de Blaugrana. Binnen twintig minuten hadden de aanwezige trainers genoeg gezien. Zijn oudere broer vloog daarna over vanuit Amsterdam om het contract in orde te maken. Haruna nog altijd met een mengsel van verbazing en trots in zijn stem: ‘En zo speelde ik ineens voor FC Barcelona.’
Hulp van Figo
De kleine Nigeriaanse dribbelaar kwam op het jeugdcomplex La Masía te wonen en speelde in eerste instantie in een team met Arteta en de latere topkeepers Pepe Reina en Víctor Valdés. ‘Met Arteta sliep ik in een stapelbed’, vertelt hij. ‘Ik sliep onder en hij boven. Alles op La Masía was top geregeld. Alleen, niemand sprak Engels. Alles werd makkelijker toen ik de Spaanse taal onder de knie kreeg.’
'Figo vroeg meteen: "Baba, hoe gaat het met je?" De spelers hadden al over me gelezen in de krant'
Op het veld liet Babangida zijn voeten spreken en maakte hij direct ongelooflijk veel indruk. Hij was gigantisch snel en spleet met zijn dribbels iedere verdediging uiteen. Die zomer ging hij op vakantie naar zijn vaderland en kreeg hij een telefoontje dat hij in de voorbereiding mocht aansluiten bij het eerste elftal van Van Gaal. ‘Wow, wow, wow!’, zegt hij nu nog over die boodschap. ‘Ik was helemaal in shock. Dit was zo’n grote kans.’
‘Ik moest om zeven uur ’s ochtends in de kleedkamer zijn’, vervolgt hij. ‘Ik was zo ongelooflijk zenuwachtig. Mannen als Rivaldo, Figo, Pep Guardiola en Kluivert had ik daarvoor alleen nog maar vanaf de tribune of op tv gezien.’ De rappe aanvaller stapte bibberend de kleedkamer binnen, maar werd meteen hartelijk ontvangen, voornamelijk door de Portugese vedette. ‘Figo vroeg meteen: “Baba, hoe gaat het met je?” De spelers hadden al over me gelezen in de krant.’ Na een paar trainingen gleed de spanning langzaam van hem af en voelde hij zich snel thuis tussen de sterren.