Zeker niet voor het eerst staat de BeNeLiga op de agenda. Harry van Raaij in de jaren negentig, Marco van Basten als bondscoach, Michael van Praag toen hij net voorzitter was van de KNVB. Allemaal lanceerden ze multinationale competities als idee om de race met de Europese topclubs enigszins vol te houden.
Het bleef altijd bij losse flodders. Soms was er een geheim vergaderingetje, maar concreet werd het nooit. Totdat anderhalf jaar geleden de G6 uit Nederland (Ajax, PSV, Feyenoord, AZ, FC Utrecht, Vitesse) en de G5 uit België (Club Brugge, RC Genk, Anderlecht, Standard Luik, AA Gent) voor het eerst samenkwamen in het Philips Stadion. Er volgden sindsdien nog een handvol sessies in Eindhoven, waar de Belgen steeds een stuk voortvarender bleken, maar waar de Nederlandse clubs ook zeker niet keihard op de rem trapten. Ze werden het eens over een haalbaarheidsstudie, stelden een stuurgroep aan en Deloitte werd ingeschakeld als onderzoeksbureau. Inmiddels produceerde Deloitte een businessplan en de G11 was daarover enthousiast genoeg om verder onderzoek te financieren.