Na drie nederlagen op rij in onderlinge duels slaagt Manchester City er dit keer in om Chelsea te verslaan. Tactische analyse van een wedstrijd waarin beide ploegen de toevoer naar sleutelspelers stillegden.
Doet Romelu Lukaku wel mee? En waar is Kevin De Bruyne? Het is niet vreemd als deze vragen tijdens het kijken van de eerste helft van Chelsea - Manchester City zijn opgeborreld. Want de Belgische sterspelers lijken ogenschijnlijk geen rol te hebben.
Bij rust is spelmaker De Bruyne de veldspeler aan City-kant met de minste balcontacten. Slechts 23 keer toucheert hij het leder. Zijn passzuiverheid is de laagste en van zijn twee schoten eindigt er geen tussen de palen. Van dribbels of gecreëerde kansen is bij De Bruyne geen sprake. Geen cijfers die passen bij de normaal zo alomtegenwoordige middenvelder.
Lukaku is zo mogelijk nog onzichtbaarder. De targetman is met acht balcontacten op dat vlak de minst bedeelde aan Chelsea-zijde. Bij een kwart van zijn acties aan de bal wordt hij daar direct vanaf gezet. Tot doelpogingen of gecreëerde kansen komt hij niet. Vlak voor rust ontsteekt Lukaku in woede op het moment dat César Azpilicueta een kans laat liggen om hem met een voorzet eindelijk in stelling te brengen.
Deze statistieken van De Bruyne en Lukaku vertellen het verhaal van het strijdplan van hun managers. Thomas Tuchel (Chelsea) en Pep Guardiola (Manchester City) leggen beiden accenten om de sterspeler van de tegenstander lam te leggen.