Ajax maakt zich op voor een drukke maand december, maar snakt ook nog altijd naar een eigen gezicht. De zoektocht naar de ideale basiself valt trainer Marcel Keizer zwaar. De breedte van de selectie wordt geroemd, maar is dat zonder Europees voetbal wel zo’n luxe? Een analyse.
Een gure dinsdagavond in de Amsterdam Arena. Terwijl overal in Europa mensen zich opmaken voor een Champions League-avondje, speelt Ajax zijn eigen Europese wedstrijd. Na het debacle van Rosenborg volgde een lange leegte, waarbij de Europese weken telkens weer zorgden voor een flinke kater in de hoofdstad. Clubs uit allerlei uithoeken mochten op de donderdagavond aantreden, maar de spelers van Ajax zaten thuis. In een paar maanden tijd is het aanzien en zelfbewustzijn van de club flink gekelderd. En dus ging de club op zoek naar een alternatief. Met Borussia Mönchengladbach strikten de Amsterdammers een tegenstander voor een vriendschappelijk duel. De Duitsers komen met een B-ploeg, maar dat mag het gevoel van een serieuze oefenwedstrijd niet wegnemen. Twaalfduizend supporters komen zowaar op het oefenpotje af, dat Ajax dankzij een beslissende goal van Kasper Dolberg met 2-1 wint.
De wedstrijd dient niet zozeer als pleister op de pijnlijke Europese wonde, maar is wel zeer wenselijk. Niet alleen het eergevoel is aangetast, de gevolgen voor het wekelijkse ritme zijn groot. Ajax moet zich al langere tijd toeleggen op één potje per week, waardoor de trainingsweken lang zijn. Daarbij komt ook het praktische probleem voor Marcel Keizer. Waar hij met een dubbel programma zijn brede selectie nodig heeft, is het nu vooral de wekelijkse vraag wie hij moet teleurstellen. Spelers met pijntjes hebben tijd genoeg om weer te herstellen, los van de beperkte weerstand van een handvol clubs in de Eredivisie.
Keizer gebruikt het oefenduel dan ook om de wisselspelers hele duels te laten spelen. Spelers als Frenkie de Jong en Siem de Jong kunnen eindelijk eens van begin tot eind op het veld staan. Niet dat dit hun ongenoegen wegneemt, maar ze hebben wel na lang wachten weer eens de kans zichzelf te laten zien.
Gesprekjes met teleurgestelde spelers lijken dit seizoen wekelijkse kost voor de coach
‘Natuurlijk wil ik meer spelen, dat lijkt me logisch’, reageert Siem de Jong na afloop. Frenkie de Jong geeft antwoorden met dezelfde strekking. Keizer staat een paar meter verderop en geeft aan dat een gezonde bewijsdrang goed is. Daarmee blijkt hij een snelle leerling, nadat hij een paar dagen eerder een rookgordijn had opgetrokken rond Donny van de Beek, die verkeerd zou hebben gereageerd op zijn reserverol tegen FC Utrecht. ‘Voorafgaand aan een tactische training voor een wedstrijd geef ik soms aan spelers aan waarom ze niet spelen’, zegt Keizer. ‘Dat doe ik niet elke keer en niet bij iedereen, maar wel als ik vind dat dit nodig is. Zulke gesprekjes heb ik al eens gevoerd met jongens als Huntelaar en Schöne, en laatst dus ook met Van de Beek. Donny speelde dertien duels achter elkaar in de basis, dan vind ik het logisch dat ik hem even apart neem om uit te leggen waarom hij wissel staat. Het is aan de speler zelf hoe hij daarop reageert en ik merkte dat Donny daar toch wel moeite mee had. Dat is niet erg, maar uiteindelijk moet hij het op het veld van zich afgooien en laten zien dat hij er weer in hoort. Dat was aanvankelijk was moeizaam, maar heeft hij vervolgens prima gedaan. Daarom moeten we het ook niet groter maken dan het is.’
De gesprekjes met teleurgestelde spelers. Het hoort erbij, voor elke trainer en op elk niveau, maar dit seizoen lijkt het wel wekelijkse kost voor Keizer. De twijfel regeert, patronen en automatismen zijn maar langzaam zichtbaar, waardoor iedereen nog zoekende is. De technische staf, de spelers, de clubleiding en ook de achterban kijken met gemengde gevoelens toe. Allemaal zoeken ze naar die krachtige en machtige modus van vorig seizoen. Een puzzel die spoedig moet worden gelegd om grotere teleurstelling te voorkomen. Het gat met PSV is acht punten en een drukke decembermaand wacht. Zes wedstrijden in drie weken tijd, waarin Ajax geen enkel steekje meer mag laten vallen. Keizer hunkert dan ook naar de oplossing van de puzzel: