Wat achter de schermen gebeurt bij voetbalclubs, blijft vaak een zwarte doos. Tenzij analisten bij elkaar komen op conferenties om te praten over de laatste ontwikkelingen in hun vakgebied. Dan blijkt hoe geavanceerd de analyses zijn die Arsenal loslaat op elke tegenstander.
Arsenal is een van de koplopers in de technologische revolutie van het voetbal. Waar in 2012 de meeste clubs nog bezig waren met kopen op basis van de onderbuik, investeerden The Gunners ruim twee miljoen pond om databureau StatDNA te kopen. Toenmalig manager Arsène Wenger raakte overtuigd toen hij in een presentatie hoorde dat de miskopen Marouane Chamakh en Park-Chu Young afgeraden zouden zijn op basis van onderliggende statistieken. Vanwege het lagere budget dat beschikbaar was door het geld dat gespendeerd werd aan het Emirates Stadium, redeneerde Wenger dat Arsenal dan maar slimmer moest zijn dan de concurrentie.
Sindsdien is data altijd in meer of mindere mate belangrijk geweest bij beslissingen van Arsenal. Waar sommige opvolgers van Wenger getwijfeld hebben over het nut van statistieken (of in het geval van Sven Mislintat hun eigen model hebben meegenomen), is huidig technisch directeur Edu een uitgesproken voorstander. 'Ik wil veel meer gaan werken met StatDNA', aldus de Braziliaan na zijn aanstelling in 2020. 'Dat gaat erg belangrijk zijn.'
Sindsdien zijn de gedetailleerde analyses die binnen Arsenal gemaakt worden zelfs onderdeel van de tactische plannen. Mikel Arteta en zijn staf worden gevoed met cijfers en beelden van komende tegenstanders. Die voorbereiding gaat dusdanig in detail dat niet uitgesloten kan worden dat Arteta op sommige gebieden meer weet van PSV dan Peter Bosz zelf.
Gerelateerde artikelen
