Paris Saint-Germain heeft zich ten koste van RB Leipzig geplaatst voor de finale van de Champions League. Tactische analyse van een wedstrijd waarin Julian Nagelsmann al in de 46ste minuut toe was aan zijn vijfde systeem.
Toen Thomas Tuchel bezig was aan zijn eerste klus als trainer bij FSV Mainz 05 hing er een citaat van Michael Jordan in de kleedkamer. ‘Ik heb meer dan 9000 worpen gemist in mijn carrière. Ik heb bijna 300 wedstrijden verloren. 26 keer heb ik het vertrouwen gekregen voor het winnende schot en heb ik gemist. Ik heb keer op keer gefaald in mijn leven. Dat is de reden dat ik succes heb.’
Misschien heeft Tuchel daar nog eens aan teruggedacht voor de halve finale tegen RB Leipzig. De Duitser vestigde bij Mainz zijn naam als tacticus door vaak tegenstanders te verrassen door van systeem te wisselen. Zo klom Tuchel zonder groot verleden als speler op naar de Champions League. Daar werkten zijn omzettingen op beslissende momenten averechts.
In april 2017 schakelde Tuchel met Borussia Dortmund naar 3-5-2 voor de kwartfinale tegen AS Monaco. In eigen huis stond hij bij rust vervolgens met 2-0 achter, keerde hij met een dubbele wissel terug naar een viermansdefensie en werd het nog 2-3. Vorig jaar maakte hij met Paris Saint-Germain iets soortgelijks mee tegen Manchester United. Wederom speelde Tuchel thuis en dit keer ging hij naar 3-4-2-1. Enigszins onfortuinlijk volgde een 1-3 nederlaag, waarmee de 0-2 uit de heenwedstrijd ongedaan gemaakt werd. Zelfs dit seizoen greep Tuchel nog mis. Bij Dortmund ging hij in de achtste finale naar 3-4-2-1 en verloor hij met 2-1. Vanuit zijn vaste 4-4-2-formatie werd dat in de terugwedstrijd gecorrigeerd: 2-0 winst.
Daarin schuilde een les die Tuchel tegen zijn oude pupil Julian Nagelsmann toepast: wie Ángel Di María, Neymar en Kylian Mbappé heeft, hoeft geen kameleon te zijn.