Voor het vernieuwde PSV vormt de uitwedstrijd tegen FC Utrecht de ultieme krachtmeting. Analyse van het tactische dilemma voor trainer Phillip Cocu.
Als Cocu na afloop van de benauwde 1-0 zege op Feyenoord de pers te woord staat, spreekt hij over een ‘groot mysterie’. De PSV-trainer heeft dan net gezien hoe zijn elftal ondanks een rode kaart voor Steven Berghuis na rust de slag op het middenveld heeft verloren van Feyenoord. ‘Het is onbegrijpelijk dat we tegen tien man in eigen huis zo spelen na de rust. Dat heeft deels te maken met de tegenstander, maar ook met volwassenheid bij ons. Dat we er nog niet zijn, is duidelijk.’
De woorden van Cocu zijn een echo van het verhaal dat hij zeven dagen eerder doet. Toen was niet Feyenoord maar SC Heerenveen de tegenstander. De zwakke helft vond destijds voor in plaats van na rust plaats en opmerkelijk genoeg was PSV toen de ploeg die zich met tien man beter weerde dan met elf. De conclusie van Cocu was vergelijkbaar. ‘Spelers moeten leren om tijdens de wedstrijd binnen het elftal zelf te anticiperen, daar hebben we moeite mee. We zijn er nog lang niet.’
De uitdagingen van PSV hangen samen met de keuzes die gemaakt zijn over de speelwijze. Na het fiasco tegen NK Osijek in de Europa League verandert Cocu van spelsysteem. In plaats van 4-3-3 met de punt naar achteren, kiest de oefenmeester voor een driemansmiddenveld met twee controleurs en een echte nummer tien (met de punt naar voren). Die laatste rol wordt vaak ingevuld door Gastón Pereiro, waardoor de Eindhovenaren in de praktijk vaak met vier aanvallers spelen. Om te voorkomen dat de defensie hiervoor de tol betaalt, is veel discipline en spelinzicht nodig. Precies op dat punt schiet PSV in de ogen van Cocu tekort.
In de fase waarin PSV zich bevindt, kan het in Nederland geen moeilijkere tegenstander treffen dan FC Utrecht. De Domstedelingen hebben Cocu in het recente verleden vaker gedwongen om af te wijken van zijn strijdplan. Een scenario dat zondag opnieuw dreigt.