Ieder seizoen zoekt Jürgen Klopp naar manieren om zijn speelwijze te vernieuwen. Deze jaargang heeft Liverpool zijn aanvalskracht hervonden dankzij de 'really flexible triangles'. Maak kennis met deze draaiende driehoeken.
Ooit beweerde Jürgen Klopp dat goed druk zetten op de bal effectiever was dan de beste spelmaker van de wereld. Dat riep hij in een tijd dat dit nog een zeer controversiële bewering was. Toen Klopp succesvol was bij Borussia Dortmund, werden topteams nog gebouwd rond een spelmaker. Kaka, Wesley Sneijder, Mesut Özil, Cesc Fabregas, Xavi, Andrés Iniesta en Andrea Pirlo gooiden hoge ogen bij Gouden Bal-verkiezingen. Klopp zette daar de georganiseerde chaos van collectief jagen tegenover. Met zoveel succes dat de traditionele spelmaker haast lijkt uitgestorven.
In de kopieermachine van het moderne voetbal werd Klopp-voetbal gemeengoed. Massaal jagen op de helft van de tegenstander na balverlies is de regel in plaats van de uitzondering. Daar kan Ralf Rangnick sindskort over meepraten. Bij zijn debuut tegen Crystal Palace trof hij nog een tegenstander die Manchester United de gelegenheid gaf om druk te zetten. In de wedstrijden daarna kreeg United het balbezit cadeau. Toen bleek dat het spel maken een stuk lastiger was dan het spel van de tegenstander verstoren.
Het antigif voor gegenpressing is de Premier League bekend: haal het tempo uit de wedstrijd, neem geen risico in de opbouw en laat het initiatief aan de jaagmachine. Klopp wist wat hem te doen stond: andere manieren vinden om tot succesvolle aanvallen te komen. Eerst deed hij dat met hyperoffensieve backs. Na een teleurstellend seizoen kwam Klopp afgelopen zomer tot een nieuwe methode: de draaiende driehoeken.