Pep Guardiola lijkt ook in zijn vijfde seizoen als trainer sinds zijn vertrek bij Barcelona niet de Champions League te gaan winnen. Zijn tactische aanpassing leidt de 3-0 nederlaag van Manchester City tegen Liverpool in. De vasthoudendheid van Jürgen Klopp wint daarmee van de flexibiliteit van Guardiola.
Sinds zijn vertrek bij Barcelona vecht Guardiola tegen de hooggespannen verwachtingen in de Champions League. Zelf zegt hij dat hij een veel betere trainer is geworden sinds hij weg is uit Catalonië. Prijzen pakken en mooi voetbal spelen met Lionel Messi is één ding, datzelfde doen met een elftal vol stervelingen is wat anders. Guardiola probeert daarvoor te compenseren door van zijn teams een tactische proeftuin te maken, maar dat levert niet altijd het gewenste resultaat op.
Dat merkt Guardiola als hij in 2015 in de halve finale van de Champions League terugkeert in Camp Nou als trainer van Bayern München. Tegenover de wondervoorhoede Lionel Messi-Luis Suárez-Neymar zet hij met Mehdi Benatia, Jérôme Boateng en Rafinha slechts drie verdedigers. Het plan is om zo de opbouw van Barça te ontregelen en lange ballen af te dwingen. Dat blijkt een kamikazetactiek: in de eerste vijftien minuten krijgt Barcelona de ene na de andere opgelegde kans vanuit directe passes richting het spitsentrio. Na een kwartier besluit Guardiola de witte vlag te hijsen en alsnog met vier verdedigers te gaan spelen. Barcelona zegeviert desondanks met 3-0 en bezorgt de Catalaanse coach zo een trauma.