Nederland heeft gewonnen van de Verenigde Staten op de manier die Louis van Gaal vooraf heeft uitgedacht. Tactische analyse van een succesvolle tactiek die niet draait om balbezit.
Ooit was Louis van Gaal een trainer die heilig geloofde in balbezit. Goed voetbal begon volgens hem met driehoekjes vanuit een 4-3-3-opstelling, met buitenspelers die het krijt tegen de schoenen hadden. Schoonheid en winnen gingen voor de coach uit de Ajax-school hand in hand.
Op 71-jarige leeftijd heeft Van Gaal al die idealen in de ijskast gestopt. Hij is slechts met één reden in Qatar: om wereldkampioen te worden. Dus analyseert hij de Verenigde Staten en bedenkt hij een strijdplan om de tegenstander te ontregelen. Ook al betekent dit dat het Nederlands elftal niet of nauwelijks balbezit heeft.
Als de NOS vooraf vraagt aan Van Gaal of hij van plan is om balbezit van de Verenigde Staten uit te lokken, kan hij een kleine glimlach niet onderdrukken. 'Dat heet provocerende pressie', duidt hij. Daar weet Amerika na deze wedstrijd alles van.
Een simpele statistiek vertelt het verhaal van de tactiek die Oranje hanteert. Bij rust heeft Tim Ream bij de Verenigde Staten de meeste passes verstuurd, gevolgd door collega centrale verdediger Walker Zimmerman. Uitblinker Christian Pulisic heeft de minste passes achter zijn naam, zelfs minder dan doelman Matt Turner.
Oftewel: Van Gaal bestrijdt de Verenigde Staten zoals Nederlandse teams zo vaak bestreden zijn. Hij gunt ze het balbezit op eigen helft. Lokt ze uit de tent. Wachtend op de fouten die vroeg of laat gemaakt worden. Om daarna via de tegenaanval toe te slaan. Provocerende pressie.