Na twee mislukte kwalificatiereeksen heeft het Nederlands elftal zich onder Ronald Koeman wél geplaatst voor het EK. Behalve van de stormachtige ontwikkeling van talenten als Matthijs de Ligt, Frenkie de Jong en Steven Bergwijn is dat het gevolg van vijf veranderingen in de speelstijl. Hoe Koeman het voetbal van Oranje naar de moderne tijd bracht in vijf hoofdstukken.
1. Domineer het midden
‘Tegen Duitsland vond Memphis het bijvoorbeeld prettig om zich wat vrijer te kunnen bewegen in plaats van dat hij de meest vooruitgeschoven man was. Ik weet dat hij die vrijheid lekker vindt, dat hij niet vastgenageld staat in de spits, maar overal kan lopen. Daar speel ik op in. Ik ben dan de teamspeler die zich absoluut weg kan cijferen.’
Ryan Babel tegen VI
Tijdens zijn eerste interlandperiode maakt Ronald Koeman het Nederlands elftal hardhandig wakker. Dat hij niet van het pappen en nathouden is, maakt hij duidelijk door Huis ter Duin te verruilen voor Zeist. Behalve een inhoudelijke beslissing is dat een symbolische daad die duidelijk moet maken dat voetbal bij Koeman leidend is. Richting Engeland kondigt hij binnen de lijnen eveneens een metamorfose aan. 'Het spelsysteem? Dat zeg ik nog niet. Ik noem het zo dat het in elk geval geen 4-3-3 meer is.'
Zo verdwijnen tijdens de eerste interland onder Koeman geruisloos de buitenspelers uit het elftal. De huidige bondscoach heeft niets met de ideologische lijn van een rechtspoot op rechts, een linkspoot op links en het geven van voorzetten. Koeman vindt het winnen van wedstrijden veel belangrijker dan de manier waarop dat gebeurt. Met zijn ervaring in het internationale topvoetbal weet Koeman dat winnen makkelijker wordt als je het midden domineert. Dus formuleert hij als een van zijn spelprincipes - zo blijkt uit een groot interview met De Voetbaltrainer - dat Oranje de bal zo lang mogelijk in de lengteas moet houden.