Pep Guardiola wist niet wat een tackle was, nu zweert hij bij échte verdedigers

‘Wat is een tackle?’ Pep Guardiola is zichtbaar chagrijnig. Hij zit in zijn eerste seizoen bij Manchester City, Na een 4-2 nederlaag bij Leicester City krijgt hij kritische vragen over zijn speelstijl. 'Ik ben geen trainer voor tackles. Ik train daar niet op. Ik wil goed spelen en doelpunten maken. Wij gaan niet winnen of verliezen door tackles. Als jij een tackle moet maken, dan zit je in de problemen. Daarom moet je focussen op beter zijn met de bal. Dan hoef je niet te tackelen.'

Guardiola vertrouwt dan nog volledig op het gedachtegoed van Johan Cruijff. Verdedigen een kwaliteit? Ach, dat is relatief. Alles draait om meters. Meer niet. In kleine ruimtes kunnen slechte verdedigers goed lijken. En omgekeerd. Guardiola heeft dat zelf aan den lijve ondervonden bij Barcelona. Daar verovert hij als speler elke denkbare prijs, in een centrum met Ronald Koeman. Cruijff in zijn biografie: ‘Beiden waren niet snel en geen verdedigers. Toch speelden we altijd op de helft van de tegenstander.’

Guardiola volgt dat voorbeeld in zijn eerste jaren als trainer. Bij Barcelona wint hij Champions League-finales met Yaya Touré en Javier Mascherano in het hart van de defensie. Tegen die Argentijnse balafpakker zegt Guardiola: ‘Als jij ooit zelf trainer wordt, dan wil jij ook een team vol middenvelders opstellen.’ Dat adagium blijft de Catalaan volgen bij Bayern München, waar hij spelers als Philipp Lahm, David Alaba, Joshua Kimmich en Javi Martínez in de achterhoede gebruikt.

In Manchester handelt Guardiola aanvankelijk hetzelfde. In zijn eerste jaren gebruikt hij onder anderen Fernandinho, Oleksandr Zinchenko en Fabian Delph achterin. Binnen Engeland boekt Guardiola op die manier grote successen. Manchester City verbreekt in de Premier League praktisch elk denkbaar record.

Toch wijzigt Guardiola van koers. Manchester City smijt sinds de teleurstellende jaargang 2019/20 een slordige 250 miljoen euro op tafel voor ‘proper defenders’.