Het Nederlands elftal is het EK begonnen met een nipte zege op Polen: 1-2. Die wedstrijd leerde Ronald Koeman vooral dat in zijn selectie spelers zitten die een wedstrijd vanaf de bank kunnen veranderen.
Zondagochtend appte Wout Weghorst al naar zijn vriendin dat hij tegen Polen de winnende goal ging maken. Volgens het gedachtegoed van de vorige bondscoach visualiseerde de pinchhitter alvast de wedstrijd. Hij vermoedde dat het lang gelijk zou blijven, waardoor hij als invaller de heldenrol kon grijpen. Die dagdroom realiseerde Weghorst in Hamburg. Hij kwam tien minuten voor tijd binnen de lijnen en schoot in de 83ste minuut met links de bevrijdende tweede goal tegen de touwen. Zo verhinderde Weghorst eigenhandig dat Nederland dit EK een valse start beleefde tegen de zwakste broeder uit de poule.
Die late treffer volgde op een wedstrijd met veel gezichten. Oranje startte goed, maar liep door een corner tegen een vroege achterstand op. Na die tegenslag ging het Nederlands elftal verder met domineren. Dat leverde door gemiste kansen en mislukte eindpasses in de eerste helft niet meer op dan de gelijkmaker van Cody Gakpo. In het eerste kwartier na rust bleef Oranje aandringen, maar na wissels van Polen raakte het de grip op de wedstrijd kwijt. Tot de frisse invallers het keurkorps van Koeman alsnog aan de drie benodigde punten hielpen.
Vijf conclusies na de openingswedstrijd van Oranje op dit EK.