Georginio Wijnaldum is een van de weinige Nederlandse spelers die een vaste basisplaats heeft bij een club van internationale faam. Daar is bij Oranje vaak weinig van te zien. Een analytische zoektocht naar het raadsel van de twee gezichten van Wijnaldum.
Even is er paniek bij Liverpool.
Richting het uitduel met West Ham United hebben The Reds getraind op een nieuw concept om de aanhoudende verdedigende problemen op te lossen. De 4-3-3-formatie wordt ingeruild voor een 4-4-2, waardoor de defensie niet beschermd wordt door één maar door twee controlerende middenvelders. Emre Can en Jordan Henderson zijn daarvoor de aangewezen kandidaten, maar op de dag van de wedstrijd haakt Henderson geblesseerd af. Wat nu? De multifunctionele James Milner lijkt de enige serieuze kandidaat.
Op dat moment komt de medische staf met verrassend nieuws: Wijnaldum is toch fit. Midweeks is hij tegen NK Maribor uitgevallen met een enkelblessure, die wonderbaarlijk snel hersteld is. Wijnaldum is niet meegereisd naar Londen met de intentie om te spelen: hij heeft niet eens voetbalschoenen bij zich. Toch neemt manager Jürgen Klopp een boud besluit: niet Milner maar Wijnaldum neemt de cruciale plek van Henderson over, ook al heeft hij geen minuut getraind in die rol.
Wijnaldum voetbalt in de nieuwe formatie alsof hij zijn hele leven niets anders gedaan heeft. Hij is zuinig in balbezit, schermt samen met Can de centrale zone voor de defensie hermetisch af en stuurt en passant zijn ploeggenoten met aanwijzingen bij. Als dienende kracht wordt Wijnaldum bij Liverpool op handen gedragen.
Hoe anders is dat bij de recente interlands van het Nederlands elftal. Daar loopt Wijnaldum verloren rond op het middenveld. Als een universitaire student die plots terug is op de middelbare school en zich geen raad meer weet in deze ooit zo vertrouwde omgeving. Samen met Pepijn Lijnders, die als assistent-manager van Liverpool dagelijks met hem werkt, ontrafelen we het mysterie achter de tegenstelling tussen de prestaties van Wijnaldum in de Premier League en in Oranje: ‘Gini is heel goed in lopen, maar hij moet wel weten waar naartoe.’