In Balverliefd elke week aandacht voor de gang van zaken achter de voetbalschermen en opvallende gebeurtenissen langs de lijn. Deze week het verhaal van Aad Andriessen (56), de voormalige verdediger van Sparta, die bijna zes jaar geleden werd getroffen door een herseninfarct.
‘Je moet wel kaatsen, aan deze bal hebben we niks! Gewoon met de binnenkant. Kom op, nóg een keer.’ De stem van Aad Andriessen schalt over het trainingsveld van sportcomplex Groot-Nibbeland in Zuidland. Daar in de buurt van Spijkenisse, onder de rook van Rotterdam, heeft de trainer het geluk weer gevonden. Want het is heel bijzonder dat Andriessen op het veld staat. Daar heeft hij, met uitzondering van een interim-periode van een paar maanden bij XerxesDZB, vijf jaar niet gestaan. Een herseninfarct werd hem begin 2012 bijna fataal. Een jaar eerder kreeg hij al een TIA en dat overkwam hem anderhalf jaar geleden opnieuw. Zijn spraakvermogen was hij kwijt, maar dat is nu naar eigen zeggen weer tussen de tachtig en negentig procent. Heel veel dingen die hij vroeger kon, zijn nu onmogelijk voor hem. ‘Vroeger al kon ik geen muurtje schilderen, omdat ik daar gewoon onhandig in ben. Nu hoef ik er niet eens meer aan te beginnen. Ik heb in mijn rechterarm nauwelijks gevoel meer’, lacht de Rotterdammer als we hebben plaatsgenomen in de commissiekamer van VV Zuidland. Het bewijs wordt meteen geleverd als een junior van de club binnenkomt en om tape vraagt. Andriessen opent een EHBO-koffertje dat aan de muur is gespijkerd en wil de klep met zijn rechterhand tegenhouden. Dat lukt niet, waarna de complete inhoud van de koffer op de grond ligt. Gelukkig voor de junior zit de tape daar ook bij.
Ad rem
In zijn grote liefde, het voetbal, staat hij nog steeds zijn mannetje. Op het veld en in de kleedkamer hoeft hij nauwelijks naar woorden te zoeken en is hij nog redelijk ad rem als het moet. Maar eenmaal weg van het veld en van de kleedkamer is het een stuk lastiger. ‘Als jeugdcoördinator wilde ik eens reageren op iets wat in een vergadering werd gezegd. Maar voordat ik de woorden voor mezelf had geformuleerd, waren we vijf minuten en twee agendapunten verder en had dat geen zin meer. Daar ben ik dus maar snel mee gestopt.’
Aad Andriessen speelde tussen 1980 en 1988 bijna 150 wedstrijden voor Sparta. Als voorstopper maakte hij gerenommeerde spitsen als Marco van Basten, John Bosman, Peter Houtman en Jurrie Koolhof het leven zuur. In de zomer van 1988 beëindigde hij zijn loopbaan, een knie wilde niet meer. Hij werd trainer en was al snel gewild bij topamateurclubs in de regio Rijnmond. Andriessen timmerde aan de weg bij onder anderen Capelle, Excelsior Maassluis, Nieuwenhoorn en XerxesDZB. Totdat hij eind 2010 een TIA kreeg. ‘Met mijn toenmalige vrouw en onze twee dochters woonde ik in Zeeland, in Bruinisse. Ik kreeg opeens ademhalingsproblemen en ben gaan liggen. Ik had wegtrekkingen in mijn gezicht, maar de artsen hebben niks kunnen vinden. Gelukkig kon ik toen gewoon verder.’