In Balverliefd aandacht voor de gang van zaken achter de schermen van het voetbal en opvallende gebeurtenissen aan de rand van het veld. Deze week over Hassane Bandé (24), wiens Ajax-droom al vroeg in duigen viel.
Het oefenduel tussen Ajax en Anderlecht in de zomer van 2018 zal bij weinig mensen actieve herinneringen oproepen. Voor Hassane Bandé, die kort daarvoor voor acht miljoen euro is overgenomen van KV Mechelen, zal het altijd de dag blijven dat zijn droom bruut doormidden werd geschopt.
Bandé rolt die middag over de grasmat van De Toekomst. Hij schreeuwt het uit. De aanvaller heeft pijn. Veel pijn. Door een wilde tackle van Anderlecht-speler Mohammed Dauda loopt de kersverse aanwinst een gebroken kuitbeen en een scheur in zijn enkel op. Er wacht hem een lange revalidatie, nog voordat hij een officiële minuut in de Arena heeft gespeeld.
'Vaak speelden we met een hele oude, kapotte bal. We legden stenen op de straat, die als doelpalen fungeerden'
Vijf jaar later verschijnt Bandé in beeld via een videogesprek. Hij kan in eerste instantie zijn ogen amper openhouden en worstelt met de dekens. ‘Ik lag even te pitten’, zegt hij, terwijl hij de slaap uit zijn ogen wrijft. Een paar dagen daarvoor heeft de voormalig Ajacied zijn handtekening gezet onder een contract bij HJK Helsinki.
Het is niet de club waar hij als jochie van droomde, maar Bandé is blij met zijn transfer. Eerder die dag heeft hij zijn eerste groepstraining afgewerkt. ‘In de komende dagen moet ik als nieuwe speler een liedje zingen. Ik denk dat het een nummertje uit Burkina Faso wordt.’
Het verhaal van Bandé begint in het Afrikaanse land. Om precies te zijn in het kleine stadje Kombissiri. Hij groeide op in een gezin samen met twee oudere broers. Op zijn vijfde overleed zijn vader en kwam Bandé bij zijn ooms en oma te wonen. Zijn moeder moest namelijk geld verdienen en werkte in de hoofdstad Ouagadougou. ‘Als kleine jongen voetbalde ik veel liever dan dat ik naar school ging’, vertelt hij. ‘Mensen zagen me weinig studeren, maar vooral met een bal aan mijn voet.’
Zijn familie was verre van rijk. ‘Maar we hadden altijd eten en dan is het leven eigenlijk al oké.’ Voetballen leerde hij op straat, vertelt hij. ‘Vaak speelden we met een hele oude, kapotte bal. We legden stenen op de straat, die als doelpalen fungeerden. Ik speelde altijd op blote voeten.’ Hij herinnert zich ook dat hij als klein jochie binnenshuis in de weer was. De bal vloog door een ruit heen en een scherf belandde in zijn hoofd. ‘Ik zag het bloed en begon meteen te huilen.’ Op zijn voorhoofd is nog altijd een klein litteken te zien. Een herinnering aan het incident uit zijn jeugd.
Blote voeten
Al snel werd duidelijk dat de kleine Bandé veruit het meeste voetbaltalent van het gezin bezat. Eén van zijn broers werd militair, de ander is nu een verkoper. Bandé liet op zijn vijftiende het dorp achter zich om te gaan voetballen in de academie van Salitas. In de hoofdstad kreeg hij pas voor het eerst voetbalschoenen aan zijn voeten. Gele Adidas-kicksen, weet hij nog. ‘Ik was geen schoenen gewend, dus in eerste instantie voelde dat heel raar. Ik droeg ook geen sokken in mijn schoenen, omdat ik die daarvoor ook nooit droeg tijdens het voetballen.’
'Mijn voeten vroren er bijna af. Ik dacht: wow, dit is een ander leven hier'
De kleine Bandé had één grote droom: ooit zijn voetbalkunsten etaleren op de Europese velden. Die wens kwam een stap dichterbij doordat hij op stage mocht komen bij Anderlecht. Hij was nog nooit buiten Burkina Faso geweest en moest even wennen aan België. ‘Mijn voeten vroren er bijna af. Ik dacht: wow, dit is een ander leven hier.’ Bij paars-wit kreeg hij uiteindelijk geen contract, maar vier maanden later tekende hij wel bij KV Mechelen.
Bandé moest behoorlijk schakelen in Europa, maar legt uit dat hij veel steun had aan de Belgische vrouw Gerda, bij wie hij in huis woonde. ‘Ze heeft letterlijk alles gedaan voor me. Ze kookte en zorgde dat alles voor me klaarlag voor een training.’ Mede hierdoor had Bandé weinig aanpassingstijd nodig in Mechelen. Hij scoorde direct bij zijn eerste invalbeurt, maakte er twee bij zijn eerste basisoptreden en stond na tien wedstrijden op acht competitietreffers. Aan het einde van het seizoen werd hij verkozen tot Talent van het Jaar.
Ineens stonden allerlei topclubs voor hem in de rij. Onder andere Manchester United en Arsenal werden genoemd. Toch hoefde hij niet lang na te denken toen Ajax zich daarbij schaarde. ‘Ik had nog veel te leren en wist dat ik in Amsterdam meer kansen zou krijgen dan bij een topclub als United. Ik zag Ajax als een trampoline om een sprong omhoog te maken.’