Voetbalseizoenen volgen meestal een vast patroon. Er zijn verwachtingen, vaak gebaseerd op de resultaten van het voorgaande jaar en de aankopen op de transfermarkt. Die creëren een bepaald gevoel voordat de competitie van start gaat. Gaandeweg verschuift dat naar een nieuwe realiteit. Veel voorspellingen blijken onjuist: sommige teams presteren boven verwachting, terwijl andere juist onverwacht slecht uit de verf komen.
Elke club en elk team is in de regel één trainer verwijderd van een crisis of, aan de andere kant, van nieuwe hoop. Dit hangt niet zozeer af van de kwaliteit van de spelers, de aankopen, de tactiek of zelfs de hoeveelheid pech, maar juist van iets dat soms over het hoofd wordt gezien: de invloed van de trainer.
De belangrijkste positie in het moderne voetbal is die van de trainer. Iedereen kan spelers scouten, grote bedragen uitgeven of beweren dat de selectie niet goed genoeg is. Maar wat als de kwaliteit van een trainer juist een groot deel van het verschil maakt in hoe goed spelers daadwerkelijk zijn?