Maak je een lijstje van de beste Afrikaanse voetballers aller tijden, dan mag Abédi Ayew Pelé niet ontbreken. Ongrijpbaar voor verdedigers, geliefd in Marseille en in vaderland Ghana. In het kader van het toernooi om de Afrika Cup aandacht voor een van de pioniers van het Afrikaanse voetbal in Europa.
We gaan terug naar 6 maart 1991, naar de kwartfinale van het Europa Cup I-toernooi tussen AC Milan en Olympique Marseille. In een uitverkocht San Siro leiden de Italianen door een doelpunt van Ruud Gullit, die net als Frank Rijkaard in de basis staat.
Aan de kant van Marseille speelt de dan nog relatief onbekende Abédi Pelé, bezig aan zijn opmars in Frankrijk. De Ghanees is de plaaggeest van de Milanese defensie, duikt werkelijk overal op. Na een klein half uur krijgt hij de bal met zijn rug naar het doel aangespeeld. Kort voordat moment heeft hij al gezien dat er een tegenstander achter hem staan. Pelé draait weg en trekt een sprint. Zijn tegenstander rent nog wel mee, maar is gezien. Na twee verdedigers te hebben omspeeld, krijgt hij de bal bij Chris Waddle, die met een fraaie pass Jean-Pierre Papin in staat stelt om 1-1 te maken.