De rechterflank is hét discussiepunt in dit Nederlands elftal. Moet Ronald Koeman Denzel Dumfries en Xavi Simons laten staan, of richting de clash met Frankrijk iets veranderen? Berry van Aerle en Gerald Vanenburg, die tijdens het gewonnen EK van 1988 samen aan de rechterkant speelden, opteren voor dat laatste. Al kiezen zij wel allebei voor een andere wijziging.
Het EK kende zondagmiddag een gewenst begin voor Oranje. De ploeg van Ronald Koeman speelde een sterk eerste uur tegen Polen, poetste een onverwachte achterstand nog voor rust weg en trok de wedstrijd met een late goal van supersub Wout Weghorst uiteindelijk naar zich toe: 2-1. De eerste horde richting de knock-outfase werd daarmee vol tevredenheid genomen.
De meeste spelers van het Nederlands elftal scoorden een voldoende in de beoordelingen van VI, maar niet allemaal. Joey Veerman had het moeilijk op het middenveld en Xavi Simons worstelde met zijn rol als valse rechtsbuiten. Daarmee gaf laatstgenoemde onbedoeld nieuwe voeding aan de discussie over wat nu de ideale rechterflank van dit Oranje is.
Koeman heeft nogal wat te kiezen op rechts. Jeremie Frimpong is in eerste instantie een concurrent voor Denzel Dumfries als wingback, maar heeft bewezen dat hij ook in de voorhoede uit de voeten kan. Donyell Malen viel goed in tegen Polen en klopt op de deur; verder zou Steven Bergwijn nog een optie kunnen zijn voor de plek voorin. En voor de rechtsbackpositie is Lutsharel Geertruida er natuurlijk ook nog.
Het is een behoorlijk luxeprobleem, stellen Berry van Aerle en Gerald Vanenburg terecht vast. 36 jaar geleden speelden zij samen op rechts, toen het Nederlands elftal in Duitsland Europees kampioen werd. Nu oud-ploeggenoot Koeman als bondscoach het kunstje van weleer probeert te herhalen, zitten Van Aerle en Vanenburg als supporters voor de televisie.