Abe Lenstra (1920-1985) zou dit jaar net als zijn club honderd jaar oud geworden zijn. Een portret van een legende wiens naam voortleeft in de naam van het stadion.
‘In de naam van de Vader, de Zoon, en de Heilige Geest, Abe.’
Nico Scheepmaker
Hoe groot hij was is bijna niet uit te leggen. Maar Abe Lenstra was de eerste echte superster op de Nederlandse velden. Beter dan Cruijff en Pelé, houden mensen die hem met eigen ogen hebben gezien nog steeds vol. Je kunt dan aanvoeren dat hij schitterde in een tijd waarin ons voetbal niets voorstelde, dat hij zelfs geen WK heeft gespeeld, nooit landskampioen is geworden. Het helpt geen snars.
Sneller dan het licht – hij loopt de honderd meter in dik tien seconden – tweebenig en met een zesde zintuig
Maakt ook niet uit. Lenstra drukt zijn stempel op Nederland in en na de oorlogsjaren. Zoveel is zeker. Anno 2020 is hij een legende. Sneller dan het licht – hij loopt de honderd meter in dik tien seconden – tweebenig en met een zesde zintuig. Een man die zelfs scheenbeschermers maakt voor zijn kuiten, zo vaak wordt er naar hem geschopt. Hij is een typische vedette. Grillig, onvoorspelbaar en binnen de lijnen onnavolgbaar.