De levenskunstenaar die Ruud Gullit voor een recordbedrag naar AC Milan bracht
PRO

De levenskunstenaar die Ruud Gullit voor een recordbedrag naar AC Milan bracht

Ruud Gullit vestigt op 21 maart 1987 een nieuw wereldrecord. Samen met een zaakwaarnemer met de meest wonderlijke naam: Apollonius Konijnenburg. Zij krijgen het dat vroege voorjaar voor elkaar dat Silvio Berlusconi 17 miljoen gulden op tafel tovert om de PSV'er naar AC Milan te halen. Donderdag overleed Ploon Konijnenburg op 84-jarige leeftijd nadat eerder deze maand al afscheid werd genomen van Berlusconi, de illustere clubvoorzitter van weleer.

In 2006 gaat VI's Bert Nederlof op bezoek bij Konijnenburg. Op een steenworp van Venetië heeft de flamboyante voetbalmakelaar dan genoeg aan zijn schildersezel, bibliotheek en zonnige terras, maar eens viel hij van het ene avontuur in het andere. Vanwege zijn overlijden bieden we het verhaal van toen op deze plek nogmaals aan.

Hij heeft de afgelopen jaren enorme sommen geld verloren, begint Bert Nederlof, maar Konijnenburg blijft een blijmoedig mens. De financiële ellende voor Apollonius (Ploon voor intimi) begint in 1989. ‘Gerald Vanenburg zou naar AS Roma gaan, ik had zelfs al namens hem getekend in het bijzijn van president Viola’, opent de oer-Hagenees. ‘De manager van Roma ging vervolgens naar PSV om de zaak af te handelen, maar tot zijn stomme verbazing bleek Vanenburg levenslang in Eindhoven te hebben getekend. Ik liep dus flink wat commissie mis en kreeg bovendien een eis tot schadevergoeding van Roma van twee miljard lire, destijds 3,2 miljoen gulden. Viola zei erbij dat hij aan de supporters moest laten zien dat ze er geen genoegen mee namen. Dat bedrag heb ik dan ook nooit hoeven te betalen. Maar ik was het op dat moment wel even zat.’

'Ik zei: Doctor Silvio, geloof me nou, het wordt net zoals indertijd in het eerste jaar van Michels, Cruijff en Neeskens bij Barcelona: ook jullie worden meteen kampioen'

Konijnenburg besluit dan ook te stoppen met de voetbalmakelaardij en volop van het leven te gaan genieten. ‘Destijds had ik 1,7 miljoen gulden netto op de bank staan. Ik woonde al in Monaco en kon heerlijk van de rente leven, die was toen tien procent. Mijn fout was dat ik vervolgens een restaurant begon, dat ging helemaal verkeerd. Ik heb het nog wel met winst kunnen verkopen.’

Die klap komt Konijnenburg dan ook nog te boven. Hij keert terug in de voetballerij, maar in 2003 gaat het volledig mis. ‘In die periode had ik nog een Engelse compagnon. Ik zal zijn naam niet noemen, want ik probeer nog een zaak tegen hem aan te spannen. We hadden een gezamenlijke portefeuille bij een bank in Monaco waar ongeveer een miljoen pond (anderhalf miljoen euro, red.) op stond. Er kon alleen geld van worden opgenomen met onze gezamenlijke handtekeningen. Toen ik een tijdje op reis was, bleek dat die compagnon erin geslaagd was al dat geld op te nemen zonder mijn handtekening. Dat geld was verdwenen naar een Zwitserse bank.’

‘Ik kwam meteen in geldproblemen, want op de rekening van mijn huisbank stond niet veel meer. De zaken in de voetballerij gingen in die periode ook niet zo best. In die periode had ik nog een prachtige studio in Monaco met vier kamers en twee badkamers, maar die kon ik niet meer betalen. De huur was ruim veertigduizend euro per jaar. Ik heb nu een studiootje in Monaco dat maar duizend euro per maand kost.’

‘Daar kwam nog bij dat de vereniging van officiële FIFA-voetbalmakelaars werd opgeheven, omdat iedereen voortaan bij zijn eigen bond een licentie moest aanvragen. De bekende makelaar Denis Roach, met wie ik al zo’n dertig jaar samenwerk, was daar voorzitter van. Ik heb geen FIFA-licentie, maar kan namens hem wel zakendoen. Zo hebben wij indertijd Gennaro Gattuso naar Rangers gebracht, en Ilie Dumitrescu en Gica Popescu naar Tottenham Hotspur. Ik werk voor een groot deel in Italië. Wereldwijd zijn er nu zo’n 2.800 FIFA-agenten, maar in Italië heb je ook nog eens achthonderd procuratori. Dat zijn voetbalagenten die uitsluitend in Italië mogen werken. De concurrentie is dus groot en het aanbod van spelers was de afgelopen jaren klein. Het begint nu gelukkig weer wat beter te worden, maar het blijft een beetje behelpen. Mensen van de bond van Senegal hebben inmiddels aangeboden te helpen bij het verwerven van een FIFA-licentie. Boven je 65ste hoef je die namelijk niet in je eigen land aan te vragen.’

Belachelijke rente

Bovendien heeft Konijnenburg in 2003 nog een akkefietje met Anton van Kooten, op dat moment voorzitter van Stormvogels Telstar. ‘We zouden gezamenlijk een voetbalschool bij die club beginnen. Daarin werden onder anderen talentjes uit Italië ondergebracht. We hadden mondeling afgesproken dat we alles samsam zouden doen, maar plotseling kreeg ik een rekening van 75 duizend euro van hem; ik moest ineens álle kosten betalen. Ik kon daar niet onderuit, maar had dat geld niet.’

‘Ik heb in maart 2003 van Van Kooten vijftigduizend euro geleend. Dat bedrag moest ik uiterlijk 1 september 2003 terugbetalen. Zou dat niet lukken, dan zou ik tien procent moeten betalen. Dat leek me redelijk. Het lukte me niet die datum te halen, waarna ik kort daarop een rekening van een advocaat kreeg: ik was Van Kooten plotseling ruim 1,1 miljoen euro schuldig! Wat bleek? In de schuldbekentenis stond dat er tien procent per dág berekend zou worden, terwijl ik dacht dat het per jaar was. Daar had ik dus overheen gelezen. Maar wat Van Kooten flikte, dat dóé je toch niet?’

Levensgenieter pur sang.
Levensgenieter pur sang.

Konijnburg laat vervolgens twee documenten zien waaruit blijkt dat hij de waarheid spreekt. Op de schuldbekentenis voor vijftigduizend euro staat ook nog vermeld dat de Mercedes 560 SEC uit 1988, die ooit toebehoorde aan de in 1994 verongelukte Ayton Senna, als onderpand dient. De afrekening geeft een bedrag te zien van 1.109.925,83 euro, waarvan 1.050.000 euro als contractuele boeterente.

‘Moet je nagaan dat ik Van Kooten overal geïntroduceerd heb’, vervolgt Konijnenburg bitter. ‘Tijdens de Champions League-loting in Monaco heb ik hem nog aan allerlei mensen voorgesteld. Hij kende niemand, iedereen kende mij. Van Kooten heeft bij mij thuis op tv nog naar voetbalwedstrijden gekeken, heel gezellig allemaal. Maar ik ging natuurlijk niet akkoord met die belachelijke rente. Dat is een rechtszaak geworden die ik heb gewonnen. De rechter vond het óók belachelijk. Maar de oorspronkelijke schuld stond er nog steeds. Wat heeft Van Kooten daarop gedaan? Hij heeft beslag laten leggen op mijn AOW, zodat ik daarvan nog maar acht euro per maand ontvang. Toen mijn bankdirecteur dat bedrag zag, zei hij: “Goh, jullie krijgen ook weinig pensioen in Nederland...” Maar mijn broer Frans, die een advocatenkantoor heeft, gaat nog onderzoeken wat ertegen te ondernemen valt.’

'Het stierf er van de hoertjes en zij was er een van. Maar ik vond haar heel leuk en zij was ook wel een beetje gek op me. Voor vijf dollar zijn we toen getrouwd'

‘Gelukkig heb ik wel weer wat inkomsten uit de voetbalmarkt. Zo doen Denis Roach en ik in Europa de zaken van onder anderen de Brazilianen Lucas en Doni, de keeper van AS Roma. En we hebben Nwankwo Kanu naar Portsmouth gebracht en Shabani Nonda naar Blackburn Rovers. Dan verdien je toch weer zo’n tien-, twintigduizend euro en kun je weer even vooruit.’

‘De Braziliaanse international Cicinho van Real Madrid zit ook bij ons. Als hij getransfereerd wordt, zit er voor Denis en mij elk een half miljoen dollar aan vast. (Konijnenburg toont een document waaruit blijkt dat hij Cicinho mag vertegenwoordigen, red.). Maar Cicinho is jammer genoeg zwaar geblesseerd geraakt, juist toen Arsenal belangstelling voor hem had. Als hij was verkocht, dan zou ik weer boven Jan zijn geweest.’

‘Er speelt ook nog een rechtszaak tegen Juventus, waarvan ik nog 200 duizend euro tegoed heb voor de transfer van Stephen Appiah. Als ik die zaak win, heb ik ook weer een beetje lucht. Wat me de laatste jaren wél opvalt, is dat je plotseling veel minder vrienden hebt als het je financieel niet meer zo goed gaat.’

The Rhythm Cracks

Apollonius Konijnenburg wordt geboren op 18 oktober 1938 in Den Haag. Zijn prachtige voornaam dankt hij aan zijn grootvader, destijds een bekende kunstschilder in de hofstad en een bijzonder creatieve man. ‘Hij heeft zelfs nog gegoocheld voor koningin Wilhelmina’, weet Konijnenburg, die bijzonder muzikale ouders heeft: zijn moeder is derde violiste in het Haagse Residentieorkest, zijn vader is aanvankelijk fotograaf en heeft na de Tweede Wereldoorlog een eigen orkest, The Rhythm Cracks. ‘Mijn vader kon alles bespelen wat klavier was: accordeon, orgel, piano, noem maar op. In de oorlog mocht hij in het concentratiekamp waar hij zat van de Lagerführer accordeon spelen. Die man was heel muziek-minded. Mijn vader speelde daar samen met onder anderen Johnny Fresco, die later een bekende orkestleider in Amerika is geworden.’

Konijnenburg junior groeit met zijn twee jongere broers op in het Haagse Laakkwartier, waar hij vaak op straat voetbalt. Konijnenburg wordt ook lid van de voetbalvereniging Laakkwartier en speelt daar naar eigen zeggen als ‘een aardige linksbinnen’. Na de mulo krijgt hij als zestienjarige zijn eerste baantje. ‘Ik werd chasseur van de portier in het chique Corona-hotel waar vaak ministers aten. Ik moest de draaideur vasthouden in zo’n piccolopakje en ik verkocht sigaretten en ansichtkaarten.’

‘Zo kwam ik veel met buitenlanders in aanraking en wilde ik ook weleens wat van de wereld zien. Op mijn zeventiende ben ik gaan varen op de cruiseschepen van de Holland-Amerika Lijn. Ik moest telegrammen rondbrengen. Daarna werd ik bellboy. Dan moest ik met een xylofoon over het schip om het signaal voor de lunch en het diner te geven. Die xylofoon had vijf tonen. Ik kon er In the Mood van Duke Ellington op spelen. Dan liepen al die Amerikanen in smoking swingend achter mij aan naar de dining room. Een prachtig gezicht.’

Tijdens een bootreis met de Statendam wordt Konijnenburg op een hoogst merkwaardige manier bevorderd: ‘Vlak voor de tocht was er een klerk ziek geworden. De chief steward riep het personeel bij elkaar en vroeg: “Wie van jullie kan typen?” Dat had ik toevallig op de mulo geleerd en ik bleek de enige te zijn die dat kon. “Dan ben jij vanaf nu klerk”, zei de chief steward. Was ik ineens onderofficier! Maar het bleef bij die ene reis. Toen ik de volgende keer aanmonsterde, kon ik alleen nog maar mee als commies-sommelier. Dat was het hulpje van de wijnsteward.’

Konijnenburg blijft bijna tweeënhalf jaar varen en maakt onder meer cruises door het Caribisch gebied met de Nieuw Amsterdam. In die periode woont hij een jaar in Hoboken in New York. ‘Een prachtige tijd, de rock-’n-roll kwam net op. Dan weet je het wel.’

Tijdens een van zijn trips leert hij op Cuba zijn eerste vrouw kennen. ‘Het stierf er van de hoertjes en zij was er een van. Maar ik vond haar heel leuk en zij was ook wel een beetje gek op me. Voor vijf dollar zijn we toen getrouwd, ik was zeventien. Elke keer als ik op Cuba kwam, nam ik cadeautjes voor haar mee en voor die wipjes hoefde ik natuurlijk niet meer te betalen... We lagen dan twee dagen voor ree en dan voeren we weer weg.’

‘Ik had mijn ouders geschreven dat ik in Havana getrouwd was. Die waren daar natuurlijk niet blij mee. Ze hebben de baas op het kantoor van de Holland-Amerika Lijn in Rotterdam ingelicht, waarop ik niet meer van boord mocht. Ik moest wachten op de tweede stuurman, met wie ik samen van boord ging. We betaalden weer vijf dollar op de plaats waar ik ook getrouwd was en toen was ik dus weer gescheiden. Dat huwelijk heeft maar een maand of drie geduurd.’

The Black Albino’s

Na zijn avonturen op de cruiseschepen van de HAL moet Konijnenburg zijn dienstplicht vervullen in Nieuw-Guinea. Anderhalf jaar later keert hij terug in Nederland en leert daar zijn tweede vrouw kennen, een Indonesische. Ze krijgen een zoon, Rick. Maar ook dat huwelijk strandt al snel.

‘Ik was misschien toch wat te impulsief getrouwd. In die periode deed ik van alles. Ik werkte bij mijn vader die intussen eigenaar was van de Haagse Artiestenclub, was drummer bij Harry Touw, manager van Udo and The Black Albino’s waarin mijn broer Jan saxofonist was, en deed wat in de horeca. Overdag werkte ik bovendien bij de Haagsche Courant als administrateur, maar mijn grote liefde was cartoons maken. Dat heb ik later ook gedaan voor die krant. Daarnaast schilderde ik vaak, mijn grote hobby. Ik schilderde zeegezichten die mensen konden bestellen. Bovendien voetbalde ik in die tijd in het eerste van de Vierdeklasser De Ooievaars. In 1969 kocht een vriend van me een horecabedrijf in het Italiaanse San Bartolomeo aan de kust en vroeg me met hem mee te gaan. Dat leek me wel wat, ook al omdat ik net weer gescheiden was.’

'Ik mocht niks meer en bovendien ging ze voortdurend vreemd. Ik nam wraak door vreemd te gaan met de kapstertjes die in de zaak van haar vader werkten. Soms wel drie per dag'

Er begint een nieuw, hoogst turbulent deel van zijn toch al veelbewogen leven. ‘In Italië kon ik al snel een nachtclub annex restaurant bestieren in Sestrière, in het wintersportgebied. Ik was er als het ware zetbaas. Op een gegeven moment heb ik die zaak overgenomen en heb er een American bar annex restaurant van gemaakt. Dat liep uitstekend. Intussen was ik in 1970 alweer getrouwd, dit keer met een mooi, zachtaardig Italiaans meisje. Althans, dat dácht ik, want we waren amper getrouwd of ze veranderde van een schaap in een wolf. Ik mocht niks meer en bovendien ging ze voortdurend vreemd. Ik nam wraak door vreemd te gaan met de kapstertjes die in de zaak van haar vader werkten. Soms wel drie per dag. Dat huwelijk was na een half jaar ook afgelopen.’

In 1975 verkoopt Konijnenburg de zaak in Sestrière en neemt een bar over in de Italiaanse havenstad Imperia. Die doet hij bijna twee jaar later ook met een forse winst van de hand. In die periode leert hij zijn vierde vrouw kennen, eveneens een Italiaanse. Ze krijgen een dochter, Nancy, die later in een Italiaanse soap zal acteren en stylist/designer wordt voor vele bekende Italiaanse modeontwerpers. Maar ook zijn vierde relatie – het wordt een tikje eentonig – loopt spaak.

‘Dat komt allemaal doordat ik eigenlijk al veertig jaar verliefd ben op een andere vrouw. Maar ze trouwde met een vriend van me en dat was voor mij ook een van de redenen om naar Italië te vertrekken. Maar ze bleef als een rode draad door mijn leven lopen. In de jaren tachtig kwam ze met haar man bij mij wonen in Monaco. Veel mensen begrepen daar niets van, maar wat kon mij dat schelen? We hadden het geweldig met z’n drietjes. Maar helaas is haar man nu heel ernstig ziek en zit ze bij hem in Den Haag. Heel triest.’

Zwaaihandjes

In de jaren zeventig komt Konijnenburg in aanraking met de voetballerij. ‘In Sestrière had ik al contacten met Juventus. Dat kwam soms bij mij in de zaak en dan speelden we wel eens wedstrijdjes. Ik was trainer/speler van Sestrière en bij Juventus speelden onder anderen president Giampiero Boniperti en de oud-vedette Roberto Bettega mee. Intussen had ik mini-dressjes en van die zwaaihandjes in Italië geïmporteerd. Je weet wel, die dingen die je in je auto kunt hangen. Ik voerde acties met die dressjes en handjes in het blad Guerin Sportivo waarvoor ik later ook wel eens interviews maakte, met onder anderen Ruud Krol. De verkoop van die dingen liep als een trein.’

'Het ging jammer genoeg niet door, maar Cruijff had dus bijna voor Milan gespeeld'

Na de verkoop van zijn zaak in Imperia begint Konijnenburg weer eens aan iets nieuws. ‘Ik kwam in aanraking met het Engelse bedrijf West Nally dat de rechten had van het logo en de mascotte van de Olympische Spelen, het EK en het WK. Ik werd hun agent in Italië. Ik had natuurlijk het geluk dat het EK van 1980 in Italië werd gehouden. In het begin van dat jaar maakte ik kennis met Nederlandse trainers, officials en journalisten voor wie ik vaak als tolk fungeerde bij interviews met Italiaanse spelers. Zo kwam ik in het Nederlandse voetbalwereldje terecht.’

De beminnelijke Hagenaar slaagt erin het vertrouwen van een aantal Nederlandse topspelers te verwerven en belandt op die manier in de voetbalmakelaardij. Zo werkt hij in september 1980 als assistent van Denis Roach mee aan de transfer van Ruud Krol van Vancouver Whitecaps naar Napoli. Daar wordt Konijnenburg vervolgens de vertrouwensman van de vedette. ‘Het begon met Ruud te helpen bij het leren van de Italiaanse taal. Later hielp ik hem bij allerlei zaken. Hij was ook een ontzettend aardige gozer en waanzinnig populair in Napels. Ze hebben zelfs een straat naar hem genoemd: de Via Rudie Krol.’

De Mundialito

In het voorjaar van 1981 werkt Konijnenburg mee aan een toernooi van AC Milan, de Mundialito. In die periode komt hij voor het eerst in contact met Silvio Berlusconi, de latere voorzitter van MiIan. ‘Ik moest voor een aantal gastspelers zorgen. Zo regelde ik dat Johan Cruijff bij AC Milan zou meespelen en Ruud Krol en Arie Haan bij Feyenoord. Rond dat toernooi leerde ik Cor Coster kennen, de schoonvader van Cruijff die ook in de voetbalmakelaardij zat. Tijdens de besprekingen in het huis van Berlusconi werd Ome Cor gevraagd wat hij wilde drinken. “Chivas! (een exclusief whiskymerk, red.)”, klonk het kortaf. Het was elf uur ’s morgens! Jarenlang heb ik steeds weer datzelfde woord gehoord als Ome Cor iets wilde drinken.’

Met compagnon Cor Coster. 'Chivas!, klonk het kortaf. Het was elf uur 's morgens.'
Met compagnon Cor Coster. 'Chivas!, klonk het kortaf. Het was elf uur 's morgens.'

‘Het werden moeilijke onderhandelingen over het meespelen van Cruijff. Zijn vrouw Danny had 200 duizend dollar gevraagd voor één wedstrijd in dat toernooi, maar Johan was helemaal niet fit. Hij had net bij Levante in Spanje gespeeld en liep rond met elf hechtingen in zijn lies. Ik had telefonisch contact met Danny, ik zei dat je twee ton kon vergeten als-ie eigenlijk niet kon spelen. Danny werd behoorlijk pissig. Uiteindelijk zou Johan voor twintigduizend dollar per helft voetballen. Maar ondanks die blessure speelde Johan fantastisch, al was het maar 45 minuten. AC Milan wilde hem ook dolgraag contracteren voor het komende seizoen. Het ging jammer genoeg niet door, maar Cruijff had dus bijna voor Milan gespeeld. Na dat toernooi ben ik compagnon van Coster geworden. Later had ik gelukkig weer een heel leuk contact met Danny, die me na een toernooi in Viareggio schreef: Bedankt voor je gezelschap, rossig warhoofd.’

Ruzie

Begin jaren tachtig is Konijnenburg vervolgens betrokken bij een aantal toptransfers, zoals Jan Peters van AZ ’67 naar Genoa, Wim Kieft van Ajax naar Pisa, Ludo Coeck van Anderlecht naar Inter en Erik Gerets van Standard Luik naar Milan. In 1987 heeft Konijnenburg ook een aandeel in de transfers van Marco van Basten en Ruud Gullit naar AC Milan. En ook die verlopen hoogst merkwaardig.

‘In de nacht na de EK-kwalificatiewedstrijd Nederland-Polen (19 november 1986, 0-0, red.) zaten we in het Amstel Hotel: Van Basten en Gullit, een delegatie van Milan, Ome Cor en ik. We zaten in het diepste geheim helemaal beneden en kregen eerst allemaal een Dupont-pen van twaalfhonderd gulden van Berlusconi. Die heb ik nog steeds. Gullit en Van Basten kregen nog meer cadeaus. Het ging nu over een contract voor Gullit. Van Basten was in het diepste geheim al een jaar eerder rondgekomen, maar dat wist niemand. Berlusconi twijfelde nog over Gullit, hij vond hem eigenlijk vlees noch vis en wilde dan ook eerst overleggen met zijn staf. Een half uur later kwam hij terug en zei dat de meerderheid had beslist Gullit te kopen.’

‘In het voorjaar van 1987 zou Ruud definitief tekenen. Maar in het Amstel Hotel was Berlusconi nog steeds niet overtuigd. Gullit en Van Basten waren op dat moment al weg. Ik zei daarop tegen Berlusconi: Doctor Silvio, geloof me nou, het wordt net zoals indertijd in het eerste jaar van Michels, Cruijff en Neeskens bij Barcelona: ook jullie worden meteen kampioen. “Daar hou ik je aan”, zei Berlusconi. Mijn voorspelling kwam uit en sindsdien kon ik niet meer stuk bij hem. Ik zat na die tijd ook bij elke thuiswedstrijd van Milan naast Berlusconi op de tribune.’

'Bij die besprekingen tussen Gullit en Van Basten met AC Milan heb ik salarissen van Amerikaanse topbasketballers gebruikt'

Konijnenburg begeleidt Van Basten en Gullit in Milaan en knapt onder meer allerlei klusjes voor hen op, samen met zijn assistent Henk Chapel. Hij heeft alleen weleens ruzie met de eerste vrouw van Gullit. ‘Ze kregen bijvoorbeeld een prachtig appartement met schitterende tegels, maar zij moest er zeil overheen hebben... Ze moesten daarvoor zelfs de deur afvijlen, want die ging door dat zeil niet meer open. Maar het waren heel prettige jongens, vooral Ruud, hoewel we later problemen met ze kregen.’

‘Maar dat was vooral de schuld van Ella Adriaanse, die in die periode de advocate van Ome Cor en mij was. Maar zij had allerlei inside-information en beweerde dat wij geld van die jongens hadden afgenomen. Nou, nog geen stúíver! We hebben alleen een bepaald bedrag gebruikt om belasting te betalen in Engeland, maar dat was niet van die jongens. Je had toen bepaalde fiscale constructies waar wij gebruik van maakten, niks illegaals. Toch moesten wij het geld dat wij via Milan hadden verdiend, aan die jongens terugbetalen van Ella Adriaaanse. Ik heb daarop een rechtszaak aangespannen en die wonnen wij glansrijk.’

‘Later hebben we ook de contractverlengingen van Gullit en Van Basten verzorgd. Ella Adriaanse was daar vreselijk kwaad over, want zij had Ruud en Marco als cliënt overgenomen. Dat was trouwens ongeoorloofd. Maar die jongens waren dolblij dat ze dankzij ons zo’n uitstekend contract kregen. Bij die besprekingen heb ik salarissen van Amerikaanse topbasketballers gebruikt. Ome Cor had vooraf gezegd: “Als jij het op die basis rond krijgt, ontvang je van mij een fles champagne”. Gullit voegde daaraan toe: “En van mij een kist”. Ruud heeft ook woord gehouden. Marco is niet zo geverig, maar vertelde me dat hij er ook erg tevreden over was.’

'Daarom werd ik een beetje pissig toen ik Van Basten in de documentaire van Hugo Borst nogal negatief over mij hoorde praten. Dankzij mij kreeg hij nota bene dertig miljoen gulden op de bank'

‘We hebben het ook heel slim gespeeld. Aan het eind van het eerste seizoen van Gullit en Van Basten werd Milan meteen kampioen. Na afloop van de huldiging kwam Berutti, de advocaat van Berlusconi, half huilend naar me toe: “We hebben een fout gemaakt! Er staat geen optie in hun huidige contract dat over twee jaar afloopt. Straks lopen ze zó weg!” Ik vertelde dat aan Ome Cor en die zei alleen maar: “Mooi”.’

‘We hebben Milan twee jaar laten wachten en in die periode kwamen er steeds meer berichten in de kranten dat Van Basten in de belangstelling stond van Barcelona en Gullit bij Real Madrid. Begrijp je? Dus Milan vroeg voortdurend: “Wanneer gaan ze nou bijtekenen?” Maar wij hebben dat steeds opgehouden, totdat Ome Cor het moment rijp vond te gaan praten. Ik zei dat ze zoiets van drie miljoen dollar netto per jaar moesten gaan verdienen. Binnen vijf minuten was het rond! Het was meteen weer: “Iets drinken, meneer Coster?” En Ome Cor, zoals altijd: “Chivas!” En vergis je niet, de dollar was in die tijd bijna drie gulden waard. Daarom werd ik een beetje pissig toen ik Van Basten in de documentaire van Hugo Borst nogal negatief over mij hoorde praten. Dankzij mij kreeg hij nota bene dertig miljoen gulden op de bank. In 1986 was-ie in een uitwedstrijd tegen FC Groningen nog zó zwaar geblesseerd geraakt dat Milan hem misschien nooit had genomen als hij niet een jaar eerder had getekend.’

Genieten

Ploon Konijnenburg komt zelden meer in zijn studiootje in Monaco. De kogelronde bohémien brengt veel meer tijd door in San Doná di Piave, een dorpje twintig kilometer onder Venetië, waar hij al 23 jaar een huis bezit. ‘Ik was ook een beetje uitgekeken op dat mondaine gedoe in Monaco. De mensen die daar wonen beginnen al om elf uur ’s morgens aan de drank. In dat huis in Italië heb ik mijn schildersatelier, een bibliotheek met alles over kunst en een prachtig terras van veertig vierkante meter waar ik heerlijk kan schilderen in de zon. Prachtig toch? Want wat er ook gebeurt, ik blijf van het leven genieten.’

Gerelateerde artikelen