Jude Bellingham heeft zojuist de Champions League gewonnen en danst rond met een klein jongetje in zijn armen. Het jongetje heeft zijn armen om zijn schouders geslagen. Zodra hij het kind heeft neergezet, komt er nog een. Ook dat wordt opgetild. Een derde, groter kind komt een high five halen, en gaat weg met een hug.
Het ligt sowieso aan mij, maar ik begon me pas werkelijk in Jude Bellingham te verdiepen toen Rafael van der Vaart zich een keer liet ontvallen dat hij Ryan Gravenberch in alles beter vond dan Bellingham. Qua talent, voegde hij eraan toe, want talent is voor mensen als Van der Vaart, mensen die zelf heel erg veel aanleg voor iets hebben, de enige graadmeter. Hard werken is voor de dommen, het maximale uit je talent persen lijkt voor natuurtalenten te veel op valsspelen.