Richard van der Venne (30) zit in Melbourne nog even bij te komen van alle festiviteiten van de dagen ervoor. ‘Zondag zijn we tot vijf uur op stap gegaan’, lacht hij. ‘De volgende dag had ik het redelijk zwaar. Maar goed, je wordt ook niet iedere dag kampioen hè?’
De Brabantse middenvelder maakte afgelopen seizoen een knaller van een transfer. Hij verruilde RKC Waalwijk voor een avontuur bij Melbourne City FC. Down Under vond hij snel zijn draai en dat leidde afgelopen week tot de eerste hoofdprijs in zijn profcarrière. Uiteindelijk werd zijn club kampioen door een resultaat bij een andere wedstrijd. ‘We speelden zelf op zaterdag en bij een overwinning waren we kampioen geweest’, vertelt hij. Alleen zijn team speelde gelijk, waardoor de slingers weer even de kast in konden.
Thuis op de bank keek hij die zondag naar de wedstrijd van de nummer twee, Adelaide United, tegen laagvlieger Western United FC. ‘Ik had nog net geen groen-zwart shirt van Western aan’, zegt hij. Vlak voor rust kwam de kleine club verrassend op voorsprong. De Nederlander ging al los in de groepschat van zijn team: ‘Let’s go! Come on Western!’ Zijn teamgenoten moesten het allemaal nog maar even zien in de tweede helft, maar uiteindelijk trok Western de overwinning met kunst en vliegwerk over de streep. Van der Venne: ‘En zo waren we ineens kampioen van Australië.’
'Ik vind het zelf een heel mooi verhaal, eigenlijk. Vooral omdat ik dit nooit meer had verwacht'
De schaal ontvingen ze na dit interview (zie hoofdbeeld), maar het eerste feestje werd eerder vast goed gevierd. Een groot deel van de selectie ging direct de stad in. ‘Ze houden hier wel van een biertje.’ Voor de Ossenaar is de prijs extra bijzonder door de atypische route die hij heeft afgelegd in zijn carrière. Als puber stopte hij anderhalf jaar met voetbal, op zijn achttiende speelde hij nog in de vierde klasse en op zijn 23ste werkte hij nog op kantoor. ‘Ik vind het zelf een heel mooi verhaal, eigenlijk’, zegt hij. ‘Vooral omdat ik dit nooit meer had verwacht.’
Anderhalf jaar gestopt
Van der Venne speelde in zijn jonge jaren in de jeugd van FC Den Bosch, maar kreeg op zijn twaalfde in een evaluatiegesprek te horen dat hij moest vertrekken. Daarna speelde hij drie jaar in de jeugd van TOP Oss. ‘Ik zat meer op de bank dan dat ik in de basis stond’, vertelt hij. In die jaren zag hij hoe zijn vrienden begonnen met stappen en continu leuke dingen deden. Zelf moest hij steeds eerder weg van school om te trainen. ‘Terwijl ik uiteindelijk toch bijna nooit minuten maakte. Daar had ik het als puber ontzettend moeilijk mee, waardoor ik besloot om te stoppen met voetbal.’
'Vanaf mijn zestiende totdat ik bijna achttien was, heb ik serieus geen bal aangeraakt'
Hij sloot zelfs niet aan bij een amateurclub. ‘Vanaf mijn zestiende totdat ik bijna achttien was, heb ik serieus geen bal aangeraakt. Ik had andere prioriteiten. Ik ging liever op stap en wilde het hele weekend met mijn vrienden chillen.’ In die fase was hij weinig meer in de buurt een voetbalveld te bekennen, tot hij na een tijdje voor de lol bij een jeugdteam als grensrechter langs de lijn kwam te staan. ‘Ik vond dat vlaggen niet zo bijzonder, maar daardoor begon het voetbal wel weer een beetje te kriebelen.’
‘Toen heb ik bij de plaatselijke voetbalclub mijn schoenen weer aangetrokken’, lacht hij. ‘Puur voor de fun, een balletje trappen met vrienden.’ In de A1 bij Berghem Sport bleek Van der Venne toch nog wel aardig te kunnen ballen. Binnen een half jaar speelde hij naast zijn jeugdwedstrijden ook mee bij het eerste elftal. Hij vond het plezier weer helemaal terug en ging op vrijdagavond in de zaal spelen. ‘Van nooit voetballen, ging ik naar drie wedstrijden per weekend. Ik ging van nul naar honderd.’
Een seizoen later ging hij bij RKVV DESO voetballen in de vierde klasse. Van der Venne had niets wat leek op een carrièreplan; profvoetbal zou toch nog nooit meer gaan lukken. In de vierde klasse was er na de wedstrijd altijd een stevige derde helft, maar ondertussen werd DESO met de jonge middenvelder wel drie jaar op rij kampioen. Hij maakte vervolgens weer een stapje omhoog naar de club SV OSS’20. Daar ramde hij veel goals binnen, waarna hij op het punt stond om richting de Topklasse (de huidige Tweede Divisie) te verkassen. Alleen ineens meldde de Jupiler League-club FC Oss zich voor de destijds 23-jarige jongen uit de stad. ‘Ik wilde het in ieder geval proberen’, zegt hij. ‘Dan kon ik mezelf later in ieder geval niets verwijten.’