Zinedine Zidane bezat als speler een mysterieuze allure. Hij speelde voetbal zoals anderen ademhalen: vanzelfsprekend en moeiteloos. Alles wat hij deed, leek perfect getimed en volledig onder controle. Hij trok het spel naar zich toe, zelfs als hij daar niet mee bezig was.
Zijn talent was zo natuurlijk, dat hij waarschijnlijk niet besefte hoe ver hij boven de rest uitstak. Hij hoefde niets te bewijzen. Zijn instinct nam het van hem over en daarna stapte hij gewoon weer van het veld.
Datzelfde aura hangt om Florian Wirtz heen. Noem het een wolk van onbewuste genialiteit. Het is alsof hij net uit school komt, snel een boterham naar binnen heeft gewerkt en met een bal in zijn hand naar het buurtpleintje is gelopen.