In Balverliefd aandacht voor de gang van zaken achter de schermen van het voetbal en opvallende gebeurtenissen aan de rand van het veld. Deze week over Nico Dijkshoorn en de biotoop die hij onvermoeibaar met boosheid en bewondering blijft beschrijven.
Vier dagen eerder overkwam het hem weer eens. De kroegen in Breda waren nog legaal open, in een volgepakt café De Bommel trad Nico Dijkshoorn op tijdens een voetbalavond. De columnist, schrijver, dichter, muzikant en babipangangspecialist ontwaarde een bekend gezicht. Dat van Arne Slot, eerder door hem getypeerd als een geflipte tacticus die voetbaltaal spreekt die geen Feyenoord-supporter begrijpt. Ook riep hij Slot uit tot ‘kaalste man van Nederland’. De trainer stapte op de schrijver af, en toen gebeurde het. ‘Arne Slot zei dat hij mijn columns las...’ Ongeloof in zijn stem. Toevallig had Dijkshoorn zijn vrijplaats in VI die week weer grotendeels gewijd aan Slot. Over de waardige wijze waarop die de winst op zijn vorige club AZ dacht te kunnen vieren, totdat er opeens een ‘wraakzuchtige gek’ om zijn nek hing in de vorm van assistent Marino Pusic. Slot had ook dat stuk gelezen. ‘Zegt-ie: “Ik vind al jouw columns helemaal te gek, maar dit was écht een knaller”.’ Moest Dijkshoorn toch even van bijkomen. Het klinkt misschien wat koket, vindt hijzelf, maar hij is bloedserieus. Nog altijd is de geboren Amsterdammer stomverbaasd als hij ontdekt dat iemand uit de voetbalwereld zijn schrijfsels alleen al léést, laat staan pruimt. Zelfs na twaalf jaar columns schrijven voor VI.
In 2009 kon Nico Dijkshoorn inrukken bij de Volkskrant, waar het openlijk aanpakken van chef sport Marije Randewijk vermoedelijk niet bijdroeg aan de lengte van zijn dienstverband. Nog dezelfde dag stuurde fan Johan Derksen hem een van zijn welbekende als vraag vermomde dwangbevelen. Dijkshoorn diende per direct columns te gaan schrijven voor Voetbal International. Hij kon twee keer zoveel verdienen als bij de krant, verder wenste Derksen hem veel succes. Sindsdien rolde er geen VI meer van de drukpers zonder column van Dijkshoorn. Vakantie, ziekte, twee tia’s, paniekaanvallen, doodsangst; geen week sloeg hij over. ‘Na die eerste tia was mijn grootste zorg: maandag, die column.’