Nederland hervat de EK-kwalificatiereeks tegen Griekenland. Een heuse outsider, met spitsen die vertrouwen tankten in de Eredivisie. De Grieken hunkeren tien jaar na hun laatste deelname weer naar een eindtoernooi.
De Griek is van nature een pessimist. Altijd denkend in problemen, zelden in oplossingen. Emotioneel in discussies, de realiteit soms uit het oog verliezend. Des te opmerkelijker is het dat de Griekse voetbalvolger langzaam steeds optimistischer lijkt te worden. Supporters, spelers, trainers, journalisten, er is een kentering waarneembaar als het om de nationale ploeg gaat. En er lijkt alle reden toe. Wie puur naar de beschikbare spelers kijkt, komt tot de conclusie dat de Grieken een meer dan redelijk elftal kunnen opstellen. Griekse voetballers waaieren uit over Europa, spelen voor behoorlijke clubs op een aanvaardbaar niveau en ontwikkelen zich tot volwassen en betrouwbare spelers.
Voeg daarbij de aanwezigheid van bondscoach Gus Poyet – straatvechter, bondscoach en motivator ineen – en Griekenland is met recht een outsider voor een EK-ticket te noemen.