Door de Champions League-exit van Ajax en de Europese uitschakeling van PSV en Feyenoord is de coëfficiënteneuforie flink getemperd, maar voor paniek is geen enkele reden. Nu de eerste helft van het Europese seizoen achter de rug is, maken we de balans op.
De term 'G5' viel afgelopen week heel vaak en bijna altijd met het adjectief 'dominante' ervoor. Het volledige deelnemersveld in de knock-outfase van de Champions League is afkomstig uit de grote vijf competities: La Liga, de Premier League, de Bundesliga, de Serie A en de Ligue 1. Zoomen we in op de resultaten van dit seizoen, dan zou de G5 er zo uitzien: La Liga, de Premier League, de Bundesliga, de Serie A en de Primeira Liga. Met vlak daarachter de Eredivisie. De Nederlandse clubs hebben dan wel een grillige eindejaarsperiode achter de rug, al met al is er nog steeds sprake van een prima seizoen. Als 'we' altijd zo zouden presteren als in de eerste maanden van deze jaargang, dan zou de Eredivisie de beste subtopcompetitie zijn. Aan de hand van drie hoofdpunten verdedigen we de stelling dat er nog steeds sprake is van coëfficiëntenvoorspoed, de donkere dinsdag en donderdag van deze week ten spijt.