Jong Oranje staat op 31 mei in de kwartfinale van het Europees kampioenschap. Na een week vol twijfels en kritiek speelde het dinsdagavond met Jong Hongarije (6-1). Hoe een weekje kritiek in het Corinthia eindigde met Wolter Kroes én een open sollicitatie bij de bondscoach.
Eind goed, al goed. Dinsdagavond, net voor achten, schalde het Viva Hollandia door de kleedkamer van Jong Oranje. De talenten van Ajax, Feyenoord, AZ en PSV sprongen gebroederlijk heen en weer door de knusse kleedkamer in Székesfehérvár. Dankzij een eclatante 6-1 overwinning op Hongarije en een gelijkspel tussen de Duitsers en de Roemenen (0-0), eindigde Nederland als groepshoofd. De beloning: een kwartfinale op 31 mei in Boedapest.
Erwin van de Looi bekeek het tevreden van een afstandje. ‘Ik ben niet zo’n danser’, gaf de trainer direct toe. ‘Ik vind het vooral mooi voor de jongens.’ Een goed half uur later meldde hij zich in een hermetisch afgesloten persruimte. Via Microsoft Teams stond hij de drie journalisten, die nog geen dertig meter bij hem vandaan zaten, digitaal te woord. Van de Looi oogde rustig, berekenend, trots maar toch ook niet helemaal tevreden.
We vroegen hem wat voor een week het was geweest. De trainer had veertig seconden nodig om zeven dagen Hongarije samen te vatten. ‘Uiteindelijk was het een mooie week’, begon hij. ‘Wat ik mooi vind bij zo’n toernooi is dat toch heel Nederland meeleeft. Er komt veel meer aandacht voor het team. Dat is wat we willen, daar hebben we twee jaar naar toegewerkt. Dat is ook goed voor de spelers. De jongens hebben veel geleerd. Zeker van die wedstrijd tegen de Duitsers, die zo ongelofelijk compact en defensief speelden. Daar moeten we ook weer onze weg in zien te vinden.’