Hij speelde al vaker in De Kuip tegen Feyenoord, de club waar hij opgroeide en doorbrak. Maar nog nooit in een directe confrontatie om de koppositie. AZ-aanvoerder Jordy Clasie kijkt ernaar uit.
Het was een surrealistisch beeld, na de 5-0 zege van AZ op Excelsior. Naar Alkmaars gebruik staan in de catacomben van het AFAS Stadion, direct na het laatste fluitsignaal, de directeuren Max Huiberts en Robert Eenhoorn klaar om spelers de hand te drukken. Soms vergezeld door een enkeling die door een blessure of schorsing de wedstrijd heeft moeten missen. Maar afgelopen weekend stond de hal bij de kleedkamer propvol met bijna een elftal aan geblesseerden. Van aanvoerder Bruno Martins Indi tot zijn kompaan Sam Beukema en van aanvallende middenvelder Dani de Wit tot diens beoogde vervanger Djordje Mihailovic. Allemaal op een rijtje, in vrije tijdskleding, met uitgestrekte hand.
‘Het duurt tegenwoordig even, voordat je de kleedkamer in kan’, beaamt Clasie met een wrange glimlach. ‘Het is bizar, we hebben echt pech met blessures dit seizoen. Voor de jongens zelf is dat natuurlijk het vervelendst. Maar ook voor de ploeg is het balen. Gelukkig hebben we nog steeds genoeg kwaliteit op het veld staan. En de komende weken zullen er jongens terugkeren.’