Als ik het ergens naar mijn zin heb, dan wil ik blijven. Dat geldt voor verjaardagen, voor heel fijne appartementjes in het buitenland en voor dit tijdschrift. Ze zullen me, met mijn handen om de deurpost, eruit moeten slepen. Ik ben nogal honkvast. Noem mij maar de Totti der Lage Landen. Voor je het weet, zit ik tien jaar naast je.
Het is een trouw die je in de sport ook veel tegenkomt. Onbetaalde sport hebben we het dan over. In iedere sportkantine staat wel een Tante Nel of een Ome Rob die met zijn pols in een glazen fles vloekend de laatste dropsleutel probeert te pakken. Loop een willekeurige houten kantine binnen en er staat een oude man met een rode neus te schreeuwen dat de gevulde koeken die dag allemaal moeten worden verkocht, omdat ze anders over datum zijn.
Loop langs een raam van een kantine en negen van de tien keer staat er een vrouw van 76 jaar oud in een bloemetjesjurk haar vleeskleurige steunkousjes omhoog te trekken, voordat ze verder gaat met ramen lappen. Dat soort clubtrouw vind ik EN prachtig EN vreselijk. Ik groeide op in een gezin waar de keuze heel eenvoudig was: je ging honkballen en daarna je hele leven langs een wezenloos sportveld zitten of je ging niet honkballen. In het laatste geval betekende dat, dat je je familie eigenlijk nooit meer zag.
Maar toch… Ik herinner mij de gezamenlijke dronkenschap na alweer een verloren wedstrijd. Die wezenloze, zelfgetimmerde kleedkamers met scheve bordjes erop. Schijtsregter Laat ik het zo zeggen: ik word verscheurd. Ik voel ontroering bij die eeuwige trouw. Steeds maar weer, iedere dag, op de fiets naar je club. De kantine binnenkomen, dan je naam horen. Die emotie snap ik wel.
Peter Bosz heeft daar geen last van. Heel begrijpelijk. Het is profvoetbal. Je wilt zoveel mogelijk verdienen in een zo prettig mogelijke sfeer, met het allerbeste spelersmateriaal. Dat laatste woord zegt alles. Bij KOBO 96 ben je de altijd verkeerd diepgaande spits uit het zevende elftal, bij Ajax en alle andere betaalde clubs ben je spelersmateriaal. Iets waar door de trainer naar believen mee kan worden geschoven.
Waarom wringt er dan toch iets nu Peter Bosz verkast naar Dortmund? Waarom verlangen we nu opeens, in die ijskoude wereld, solidariteit? Ik lees zojuist de berichten op verschillende Ajax-fansites, scande Twitter op de naam Peter Bosz en het komt, in het kort, hierop neer: dat hij, kauwende op zijnen tong, verteerd door eeuwig durend vuur zeven keer zeven jaar mag branden in een put van zeventien keer 34 meter, opdat hij voor eeuwig zal worden verteerd door spijt en schaamte.