Dingen die ik niet wil zien: Jeroen Stekelenburg een uur voor de wedstrijd in de lege kleedkamer van het Nederlands elftal. Hoort niet, kan niet, moet niet. De kleedkamer van het Nederlands elftal is van de voetballers en de trainer. Daar hoort geen journalist met de wenkbrauwen van een vakbondsleider middenin te staan.
Het vervelende is: je gaat toch kijken en dan zie je die lullige prinsessen-op-de-erwt-sfeer rond Oranje. Gepoetste schoentjes in hun eigen vakje, zes gummibeertjes in de smaak frambozen voor Virgil van Dijk et cetera. Ik had dat liever niet gezien. Ik wil alleen stukjes droge modder met een gaatje in het midden op de vloer zien.
Ik hoop zo dat voetballers dat nog zelf doen: keihard de noppen op de grond rammen en lachen om een scheet van de reservekeeper. Zo een club jongens lijkt dit Nederlands elftal mij niet. Ik zie geen Knabbel en Babbel, Suurbier en Krol, in deze groep. Dat komt door de aanvoerder van het Nederlands elftal, Virgil van Dijk. Een man die alle zuurstof uit een kamer trekt wanneer hij binnenkomt.
Ieder jaar denk je: De Oranje-commercials kunnen een volgend toernooi niet slechter, en toch hebben de reclameboys het weer geflikt