Voetballers op leeftijd, daar kan ik om huilen. Zo mooi. Zo ontroerend. Het maakt me niet eens zoveel uit of ze op veld 6 in Roelofarendsveen spelen of de laatste tien minuten van Feyenoord-FC Volendam. Als ik ze maar heel even in de ontkenningsfase zie zitten, dan is mijn dag goed.
Op amateurvelden zie je de mooiste ontkenning. Ik ga bij de kleedkamer staan, want ik wil de voetballers naar buiten zien komen. Vaak worden de echte grote mensenvoetballers van de televisie geïmiteerd. Als ze over de steentjes naar het veld lopen, schreeuwen ze. Vaak zijn dat alleen maar keelklanken en soms een woord. ‘Komopeeeeejaaaadrop’, hoorde ik dit weekend. Ook heel mooi, vond ik, ‘Heeeegvrdommeeeeniegeklatemaake’.
Maanden geleden zag ik op een amateurveld alle spelers en de stafleden hand in hand met hun kind het veld oplopen. Ook de verzorger. Zijn kind droeg hetzelfde trainingspak en het tilde een zak vol water. Een van de spelers liep alleen het veld op. Naast mij hoorde ik een hoogblonde vrouw uitleggen waarom. ‘Onvruchtbaar. Hij kreeg de bof op zijn 34ste.’
Ik lette op de spelverdeler. Dat zijn bijna altijd iets te zware en iets te oude mannen die zichzelf wijs maken dat het gaat om de manier van opstellen en niet om de conditie. De man bewoog als een log draaiende rinoceros om zijn as. Het leek ook een beetje op de tred van een giraffe. Ze willen wel hard lopen, maar op de een of andere manier blijft het er uitzien als een slowmotion herhaling.
Na 25 minuten gebeurde wat altijd gebeurt: de spelverdeler begon jongere spelers verrot te schelden omdat ze hem oversloegen. Na de rust stond er opeens een jongere speler op zijn plek. Ik ben snel naar het parkeerterrein gehold. Daar kwam hij. Woedend op zoek naar zijn auto. Ze zagen hem hier nooit meer.