Als eerste club in Nederland begon Ajax afgelopen week aan de voorbereiding op het nieuwe seizoen. Teleurstelling maakt plaats voor ambities en krachtig handelen, op jacht naar sportieve revanche.
Woensdagochtend, twee minuten voor half elf. De meteorologische zomer moet nog beginnen, maar de spelers van Ajax melden zich op het trainingsveld van De Toekomst. Het is 20 juni, de groepsfase van het WK heeft net de eerste speelronde afgesloten, maar in Amsterdam is het nieuwe voetbalseizoen begonnen. Exact 45 dagen na het laatste competitieduel van een inktzwart voetbaljaar gaat de bal weer rollen in de hoofdstad. Met een frisse aanblik doen de spelers op het veld hun eerste oefeningen. In de nieuwe trainingstenues zijn daarbij opvallend veel jonge gezichten waar te nemen.
Om tot een respectabel aantal te komen mogen vrijwel alle spelers van achttien en negentien jaar zich melden. Talentvol zijn ze stuk voor stuk, maar voorlopig dienen ze bovenal als opvulling voor de geijkte namen. Nicolás Tagliafico, Lasse Schöne, Kasper Dolberg en Hakim Ziyech begeven zich nog op het WK in Rusland, terwijl Noussair Mazraoui, Matthijs de Ligt en Donny van de Beek nog van hun vakantie genieten, aangezien ze met hun land het vorige seizoen nog met een paar weken moesten verlengen. Toch was langer uitstel van de eerste trainingsdag geen optie. Elke dag is er één, met het tweeluik met Sturm Graz in de tweede voorronde van de Champions League als naderende stip aan de horizon.
