In de talentenfabriek AZ kwam Teun Koopmeiners (19) onlangs van de lopende band rollen. Desondanks is de middenvelder al een zekerheidje bij de trotse nummer twee van de Eredivisie. Over een gedreven jongen die, ondanks zware periodes in zijn leven, altijd rechtop is blijven staan. ‘Ik weet: geduld is een schone zaak.’
Dienstmededeling voor de lezers in Nieuwe Niedorp in West-Friesland: grote kans dat deze editie van Voetbal International al niet meer in de schappen ligt van uw plaatselijke buurtsuper of sigarenzaak. Opa Koopmeiners is vermoedelijk met de stapels magazines aan de haal gegaan. Doet-ie wel vaker, wanneer zijn kleinzoon Teun in het wijkblad heeft gestaan, in de regionale krant, of desnoods in de folder van de lokale Boerenbond. Die stukjes krijgen dan vervolgens een plekje in een van de vele plakboeken, die nu al bestaan van de onlangs debuterende AZ-speler. Weinig voetballers met zo’n betrokken opa als deze middenvelder. Laatstgenoemde ervoer het onlangs nog, tijdens een etentje in een Noord-Hollands restaurant. ‘Jij bent toch Teun Koopmeiners?’, vroeg de serveerster nieuwsgierig. Nog voordat de negentienjarige Castricummer zijn hap zuurkool had verwerkt om enigszins verstaanbaar antwoord te kunnen geven, was zijn opa hem al voor. ‘Ja, en hij is míjn kleinzoon.’
Koopmeiners lacht wanneer het tafereel ter sprake komt. Zijn opa is tenslotte niet zomaar iemand. Hij is de man met wie hij uren achtereen in de auto doorbracht, op weg naar wéér een training of wedstrijd van de Oranje-jeugd. Die hem letterlijk zijn eerste voetbal gaf. Die met hem en zijn nu zeventienjarige broertje Peer (eveneens een grote AZ-belofte) het gras in zijn tuin zo vaak vertrapte om hen het spelletje bij te brengen. En die, ondanks de respectabele leeftijd van 73 jaar, nog bij al zijn duels van de partij is. ‘Als prof merk je dat je leven verandert’, ervaart Koopmeiners. ‘Je krijgt na wedstrijden te maken met media, met supporters. Er komt een zaakwaarnemer. Maar één ding is nog altijd hetzelfde als in de tijd dat ik dat spelertje was van Vitesse ’22, de amateurclub uit mijn dorp. En dat is dat mijn opa na afloop op me staat te wachten. Als ik hem zo trots zie, zoals laatst na mijn doelpunt tegen FC Utrecht, echt, dan ben ik zo blij als een kind.’