Het afscheid van de clubtopscorer aller tijden bij Real Madrid voelt kil aan. Negen jaar en 450 goals na zijn komst verlaat Cristiano Ronaldo de Champions League-winnaar op eigen verzoek. Hoe de weg naar Juventus een tijd geleden al werd ingezet.
Terug naar 6 juli 2009, naar een vol Santiago Bernabéu. Tachtigduizend supporters zijn afgekomen op de presentatie van de nieuwe Galáctico. Op het podium heeft Alfredo Di Stéfano plaatsgenomen, als de meest legendarische aanvaller in de clubhistorie. Bij hem staat Eusebio en clubpresident Florentino Pérez maakt het trio wachtende mannen op het podium compleet. Ze vormen het ontvangstcomité voor Ronaldo, met om hen heen uitgestald de negen trofeeën van de Europa Cup I/Champions League. Even later spreekt de Portugees glimmend van trots de menigte toe. 'Mijn jongensdroom is in vervulling gegaan', zegt de zichtbaar geïmponeerde Ronaldo. Pérez spreekt met de trots van een clubbaas die beseft dat hij met zijn nieuwe recordaankoop voorlopig niet stuk kan bij de achterban. 'De supporters zullen het maximale van je eisen, maar je tegelijkertijd ook alles geven', zegt de preses doelend op de adoratie.
Voor zij die direct betrokken geweest bij de historische deal zal het optreden van Pérez voelen als een toneelspel. Hij is niet de drijvende kracht achter het vastleggen van de aanvaller die zal uitgroeien tot de topscorer aller tijden. Sterker, mede door zijn toedoen heeft de eerder al beklonken transfer op losse schroeven gestaan.