Juventus is nooit een goede loting, en zeker niet als er ene Cristiano Ronaldo rondloopt. Ajax wacht deze woensdag en volgende week dinsdag dan ook een zeer grote opgave in de kwartfinale van de Champions League. Bovendien: al sinds 11 december 1974 hebben de Amsterdammers niet meer gewonnen van De Oude Dame.
Terwijl Ajax en Juve toch negen keer tegenover elkaar stonden. In de belangrijkste ontmoeting daarvan, de Champions League-finale van woensdag 22 mei 1996, kwam de Nederlandse recordkampioen nog het dichtst bij een overwinning. Maar tegelijk ook weer niet, zo blijkt uit het uitgebreide VI-verslag van Ajax’ tweede eindstrijd op rij, dat we op VI Pro nog eens publiceren.
Juventus rook zijn kans en trapte het gaspedaal nog verder in. Hield het dan nooit op met de conditie van de Italianen?
De door blessures geteisterde ploeg van Louis van Gaal was niet opgewassen tegen het fysiek zó gigantisch sterke Juventus dat er al meteen twijfels ontstonden over de Turijnse club. Jaren later zouden de Italiaanse wetenschappers Giuseppe D'Onofrio en Alessandro Donati in NOS Andere Tijden Sport op basis van in beslag gelegde documenten zelfs hardop beweren dat de spelers van Juve dope hadden gebruikt. Niettemin werd daarvoor nooit een straf uitgedeeld en blijven de Italianen winnaar van de Champions League-finale van 1996 en niet Ajax.
AJAX-JUVENTUS 1-1, 5-3 n.s.
Scoreverloop 12. Fabrizio Ravanelli 1-0, 41. Jari Litmanen 1-1
Toeschouwers 65.000
Scheidsrechter Manuel Diaz Vega (Spa)Geel Didier Deschamps, Angelo Di Livio, Moreno Torricelli (Juventus), Danny Blind, Finidi George, Nordin Wooter (Ajax)
Opstelling Ajax Edwin van der Sar; Sonny Silooy, Danny Blind, Edgar Davids, Frank de Boer (68. Arnold Scholten); Ronald de Boer (91. Nordin Wooter), Jari Litmanen, Kiki Musampa (46. Patrick Kluivert); Finidi George, Nwankwo Kanu, Winston Bogarde
Opstelling Juventus Angelo Peruzzi, Ciro Ferrara, Moreno Torricelli, Pietro Vierchowod, Gianluca Pessotto; Antonio Conte (44. Vladimir Jugovic), Paulo Sousa (57. Angelo Di Livio), Alessandro Del Piero, Didier Deschamps; Gianluca Vialli, Fabrizio Ravanelli (77. Michele Padovano)