De manier waarop Khvicha Kvaratskhelia zich in iets meer dan een half seizoen op de wereldkaart heeft gezet, is zeldzaam indrukwekkend. In de zomer van 1997 raakte voetballiefhebbend Nederland binnen de kortste keren in de ban van zijn twee Georgische voorbeelden. En nog een overeenkomst: Shota en Archil Arveladze konden met een bal aan hun voeten net zo spectaculair zijn.
De tweeling ziet deze woensdag Abraham. Grote kans dat ze het heugelijke feit samen vieren, maar ruim een kwart eeuw geleden begonnen ze in verschillende tenues aan hun avontuur in Nederland. Shota meldde zich bij Ajax en werd daar en later ook bij AZ een aanvaller aan wie nog met weemoed wordt teruggedacht. Archil begon meteen als een waanzinnige te toveren bij NAC Breda en hield daar pas na drie seizoenen mee op.
'Georgië is zoals Brazilië. Iedereen denkt aanvallend. Niemand wil verdedigen, wie helemaal niet kan voetballen wordt keeper'
We gaan terug naar de eerste Eredivisie-maanden van de twee raspaardjes van het Georgische voetbal. Toen ze zich, uiteraard in een dubbelinterview, blootgaven aan de Nederlandse voetballiefhebbers. Ze bleken ondanks alle aandacht en weelde ook altijd vooral voetballiefhebbers te zijn gebleven. ‘Geld is niet alles, voetballen is mijn grote doel.’
Drie jaar lang reden er twee buitensporig grote BMW’s door de Turkse havenstad Trabzon. Op de plaats waar de kentekenplaat hoort, stond op de ene auto Shota en op de andere Archil. Die aanduidingen volstonden. De Arveladzes. Een tweeling van 24 jaar. Georgische volkshelden in Turkije, neergestreken in de nuchterheid van de Nederlandse voetbalprovincie.