‘Ik heb zo vaak gehad dat ik in mijn eentje in de auto zat en op mezelf zat te schelden of dat ik op het stuur zat te rammen...’ Dan zag Frank de Boer in zijn gedachten weer die vermaledijde Francesco Toldo naar de bal vliegen. Twee decennia na het trauma van 29 juni 2000 was hij er ‘nóg ziek van’. Die verloren halve finale tegen Italië voelt als een gemiste kans voor open doel.
In zijn geval dus twee gemiste kansen voor een doel met slechts een keeper erin. Vanaf elf meter moet dat voor een speler met zo’n begaafd linkerbeen als hij geen probleem zijn, zou je denken. Alleen trof de aanvoerder van Oranje helaas een keeper die zijn gedachten kon lezen. ‘Omdat ik mijn tegenstanders altijd zo nauwgezet had bestudeerd’, vertelde Toldo er eens over, ‘ging het zelfs zo ver dat ik bijna kon raden in welke hoek ze de bal zouden schieten. Oké, die gaat de linkerhoek in, voorvoelde ik dan, en die gaat naar de rechter.’ Hij kroop als het ware in hun hoofd en won die bewuste avond in De Arena in vijf van de zes gevallen het psychologische oorlogje tussen penaltynemer en doelman.
'Ik denk dat we gewoon het geluk hebben ontbeerd', zei Edwin van der Sar na de wedstrijd over de gemiste penalty's. Francesco Toldo gelooft daar niets van: 'Jij moet de tegenstander dwingen de hoek te kiezen die je wil dat hij kiest'
Op de dag dat Francesco Toldo zijn vijftigste verjaardag viert, gaan we nog eens terug naar toen. Leven we weer even met Oranje naar die desastreuze wedstrijd toe én kijken we er ook door de ogen van Toldo naar. ‘Grappig is dat die magische avond precies zo verliep zoals ik het me de avond tevoren had ingebeeld.’