Het kon niet langer zo. Op maandagavond moest zelfs grootaandeelhouder Frans van Seumeren zijn verlies nemen. De club besloot afscheid te nemen van trainer Jean-Paul de Jong. Amper vier wedstrijden onderweg is de eerste trainer al ontslagen.
Noem het gerust een loyaliteitsconflict. Jean-Paul de Jong is een clubicoon in de Domstad. Mister FC Utrecht, goed voor 371 wedstrijden in het rood en wit. Iemand die na zijn actieve loopbaan droomde van het trainerschap. Nadat hij als jeugdtrainer in Utrecht had gewerkt, werd De Jong in 2013 eindverantwoordelijke bij FC Eindhoven. Een job die hem op het lijf was geschreven. Bij het jonge, ambitieuze Eindhoven liet het elftal van De Jong leuk en aanvallend voetbal zien.
In 2015 keerde hij terug naar de Domstad. Onder de vleugels van Erik ten Hag, bij wie hij eerder stage had gelopen, werd De Jong assistent. Niet dat hij het hoofdtrainerschap niet zag zitten, maar vooral omdat hij wilde leren. Op één dag wilde De Jong hoofdtrainer worden van zijn FC Utrecht. Een droom die bovendien uit zou komen.
Bij zijn terugkeer had De Jong een goed gesprek met Frans van Seumeren. De grootaandeelhouder van de club was en is een groot fan van het clubicoon. De twee spraken af dat De Jong een kijkje zou krijgen in de keuken bij Ten Hag en vervolgens zelf aan de touwtjes mocht trekken. De afspraak was dat op de dag dat Ten Hag zou vertrekken, De Jong voor de groep zou komen te staan.
Het past bij de liefde van Van Seumeren voor FC Utrecht én Jean-Paul de Jong. Een clubicoon voor de groep, iemand die als speler Galgenwaard kon betoveren. Mooier kon het toch niet worden? Bovendien had De Jong bij FC Eindhoven bewezen het hoofdtrainerschap in zijn vingers te hebben. Dit zou een win-win situatie worden.