Zijn imposante loopbaan bracht Klaas Jan Huntelaar (35) langs topclubs in Spanje, Italië en Duitsland. Langs EK’s en WK’s, maar een landstitel bleef steeds uit. Tot dit seizoen. Maar de aanvaller uit de Achterhoek is nog niet klaar.
De beelden hebben inmiddels een prominente plek gekregen in de lange geschiedenis van de Eredivisie. Zondag 29 april 2007, de dag van het meest krankzinnige competitieslot. AZ, Ajax én PSV strijden tijdens de slotronde nog om de titel.
De Alkmaarders gaan verrassend ten onder in Kralingen, terwijl PSV in eigen huis uithaalt tegen Vitesse. En Ajax? Met Klaas Jan Huntelaar in de spits vecht het in Tilburg vooral tegen zichzelf, op jacht naar die bevrijdende goal. Het beeld na afloop van een emotionele Huntelaar beklijft. Radeloos, machteloos, woest, teleurstelling. De emoties vechten om voorrang in het koppie van de jonge doelpuntenmachine. Met spelers als Thomas Vermaelen, Wesley Sneijder, Edgar Davids en Kenneth Perez om hem heen, is de missie mislukt. Ajax komt één goal tekort, de schaal gaat naar Eindhoven…
Twaalf jaar later. Een vrijdagmiddag, eveneens eind april. De Toekomst ligt er op deze zonnige lentemiddag rustig bij. Jeugdspelertjes werken hun training af, terwijl de spelers van de eerste selectie binnendruppelen. Ze zijn aan het einde van hun doldwaze voetbalmaand beland, met om de drie dagen een wedstrijd. Spelen, uitlopen, trainen, spelen. Dat werk. Een maand lang, maar het vergaat de Ajacieden uitstekend.
Veel ploegen worden aan de kant gezet in de maand van de climax. Om de paar dagen ligt er weer een puzzel klaar voor Erik ten Hag, om het elftal zo goed mogelijk in te richten. Het elftal staat vaak in de Europese variant, met Dusan Tadic in de spits, maar tussendoor worden er ook andere prikkels verlangd.En dan zijn de ogen van Ten Hag al snel op Huntelaar gericht. Voor extra gif in het spel, voor energie, ervaring en toewijding. Maar bovenal: doelpunten.