Mitchell van der Gaag (46) maakt naam bij het bescheiden Excelsior waar hij ondanks de beperkte middelen verrassende resultaten haalt. In Portugal promoveerde hij al eens met Belenenses naar de hoogste afdeling door met negentien punten voorsprong kampioen te worden. Verdedigend en aanvallend spel past hem blijkbaar allebei. Wie is Mitchell van der Gaag? De trainer geeft zelf antwoord.
De Portugese school
‘Ik heb mijn Trainer/Coach 3 en 2 gehaald in Nederland, maar de laatste twee cursussen heb ik in Portugal gedaan. Daar werken ze toch heel anders. In Nederland ben je een jaar bezig en gaat het vaak om probleemoplossingen. Je maakt een probleemanalyse van een ploeg en vervolgens moet je een training maken om dat probleem te verhelpen. In Portugal ging de cursus heel anders. Daar zat je een aantal weken intern en in die periode kwamen dan steeds topcoaches langs. Die vertelden alles over hun werkwijze en wat ze tegenkwamen aan problemen. En trainingen…’
‘Je moet een visie hebben: hoe ziet je groep eruit en welke manier van spelen past daarbij? En je moet geluk hebben’
‘Er was een enorm dik boekwerk aan trainingen. Als je dan een training moest geven, werd dat boek opengeslagen en moest je een willekeurige training uit dat boek geven. Op zich ook heel leerzaam. Wanneer drie verschillende coaches die training moesten voorbereiden en geven, zag je uiteindelijk drie verschillende trainingen. De Portugese school van trainers heeft de laatste jaren veel aan autoriteit gewonnen. Je ziet nu over de hele wereld Portugese coaches aan het werk. En wat me opvalt is dat ze ook heel trots zijn op hun vak, ze hebben een enorme beroepsernst.’
Verdedigen
‘Ik was al 32 jaar toen ik bij Marítimo een Rus kreeg als trainer. Anatoliy Byshovets was prof geweest bij Dinamo Kiev en assistent van Valeriy Lobanovskyi. Hij was de eerste trainer bij wie ik als verdediger ook echt trainde op het verdedigen. Dan werden er ballen vanaf de flank voor het doel geslingerd en moest je die als centrale verdediger steeds wegkoppen. Heel nuttig. Dan ben je einde carrière en krijg je voor het eerst specifieke training op een onderdeel dat eigenlijk heel veel voorkomt in een wedstrijd. Natuurlijk had ik eerder individuele training gehad, maar bij de verdedigende onderdelen gaat het dan al snel om het een-tegen-een-duel. Maar dit stond eigenlijk veel dichter bij de realiteit van een centrale verdediger. Ik heb die ervaring meegenomen als trainer. ‘