Het Nederlandse voetbal steunt en kreunt onder de slechte resultaten. Tijd voor een tropisch uitstapje naar onze vrienden uit Curaçao. Daar is het een groot feest sinds het eilandje kampioen van de Caraïben werd. Nu wil Curaçao naar Qatar 2022.
Een stip in de zee. Het vliegtuig daalt en landt op het strand. Zo voelt het althans, want in werkelijkheid ligt er een landingsbaan. Even door de slurf en we zijn op Vliegveld Hato. Een warme bries aait de huid en de gedachten dwalen automatisch naar de eerste rum-cola. We zijn in het stukje paradijs dat ooit werd gestolen door onze voorvaderen. Peter Stuyvesant zwaaide hier namens Nederland de scepter zonder maar het flauwste benul te hebben dat hij eeuwen later nog steeds bekend zou staan als een sigaret.
Voor de lokale bevolking was het leven van Peter Stuyvesant vooral een leven als slaaf. Maar goed, nu staat er een soort discobus voor het vliegveld. Palmtakken aan het plafond, muziek uit de boxen en bonte beschilderingen op de zijkant. Dolfijnen, een pelikaan, een gebruinde blondine onder een parasol en uiteraard een palmboom. We vermoeden een vrijgezellenparty voor wat Heineken-types, maar bondscoach Remko Bicentini grijnst. ‘Onze bus; al sinds 2008, we gaan nooit meer in een andere rijden.’