Met klinkende zeges op SC Heerenveen (0-4), Benfica (1-0) en Feyenoord (3-0) overtuigde Ajax in de week van de weerstand. In de Eredivisie rest een pittige inhaalrace, maar in Europa gloort een historische prestatie. Aan de hand van trainer Erik ten Hag lijkt de geschiedenis zich echter ook te herhalen.
‘We hebben vijftien, zestien heel goede spelers. En meer dan dat, het zijn basisspelers. Dat is dus een luxeprobleem voor een trainer. Niemand is onomstreden, in topsport moet je het elke keer opnieuw laten zien.’
Erik ten Hag toverde tijdens het wekelijkse persmoment op De Toekomst nog maar eens zijn stokpaardje tevoorschijn toen de reserverol van David Neres ter sprake kwam. Ging het bij Peter Bosz in het verleden al snel en vervolgens frequent over de vijfsecondenregel, bij de huidige trainer is de kracht van de kleedkamer met meer dan elf basisspelers een terugkerend begrip. Dagelijks worden dan ook de vaardigheden van Ten Hag als peoplemanager maximaal getest. De blessureboeg is vrijwel leeggestroomd, waardoor Kasper Dolberg en Klaas Jan Huntelaar knokken om één plek in de spits, en achter hen vier spelers (Hakim Ziyech, Donny van de Beek, Dusan Tadic en David Neres) om drie posities. Maximilian Wöber moet geduld hebben, aangezien Matthijs de Ligt en Daley Blind als eerste centraal verdedigingsduo wordt gezien, en zo heeft bijna elke positie zijn eigen felle concurrentiestrijd.