VVV-Venlo heeft dit seizoen een opvallend grote en fysiek sterke selectie. De Limburgers leggen uit hoe dit kleerkastenensemble is samengesteld. ‘Het is altijd goed om een paar knoesten in je ploeg te hebben.’
De bal is hoog in de lucht, aanvaller Jay-Roy Grot van VVV-Venlo staat klaar om te onderscheppen. Net voordat hij kan aannemen, voelt hij iets in zijn rug. Het is Diego Palacios, de linksback van Willem II. Grot (1.93 meter) wappert zijn Ecuadoraanse tegenstander (1.69 meter) van zich af alsof hij met een vliegje te maken heeft. Het moment in de slotfase was illustratief voor de ontmoeting tussen de ploegen uit Tilburg en Venlo, een wedstrijd met ongelijke parameters. Willem II had de bal, VVV de controle. Uitslag 0-1. Liefst 46 keer produceerden de Tricolores een voorzet, maar noemenswaardige kansen leverde het niet op, laat staan een doelpunt (Fran Sol scoorde wel met de hand, maar zag zijn inzet afgekeurd). Vrijwel alle spelhervattingen van Willem II werden eenvoudig onschadelijk gemaakt door de spelers van Maurice Steijn. Bijna zestig procent van de luchtduels eindigt in Venloos voordeel.
Na afloop nam Steijn de felicitaties een tikje beschaamd in ontvangst. ‘Eerlijk gezegd hebben we de punten hier wel een beetje gestolen’, zei hij. De Hagenaar houdt van verzorgd, aanvallend voetbal, maar vooralsnog lijkt VVV het ook deze jaargang vooral op andere kwaliteiten te moeten varen. Vorig seizoen wisten de Noord-Limburgers zich knap te handhaven in de Eredivisie. Niet alleen met de laagste begroting van de competitie, maar ook met gemiddeld het minste balbezit (44,5 procent) en de op FC Twente na laagste passzuiverheid (72,3 procent). VVV won na ADO de meeste luchtduels van alle ploegen: gemiddeld 20,1 per wedstrijd. Tegen Willem II hadden de Venlonaren op alle elf posities een langere speler op het veld. Toeschouwers in Tilburg schamperden over al die ‘basketballers’ en ‘volleyballers’, maar constateerden ook dat die geen moment aan het wankelen kwamen. Bij elke wissel klonk gesteun: ‘Nóg een langere erin…’