Hij overwon de nodige stormen en bracht de euforie terug in Amsterdam. Het seizoen van Ajax was het seizoen van Erik ten Hag. De 49-jarige trainer zette de ploeg naar zijn hand en was de regisseur van een jaargang vol superlatieven. Met de dubbel in de prijzenkast spreekt de Tukker zich uit. Over de weg vol hobbels, het smeden van een team en een realistische toekomst.
Ajax is eindelijk weer de beste van Nederland.
‘Alle complimenten onderweg waren heel mooi, en terecht voor het team, maar we wisten dat aan het einde van de rit de prijzen pas verdeeld zouden worden. Met de dubbel, voor het eerst sinds 2002, hebben we onszelf beloond met iets tastbaars. In de topsport gaat het om prijzen winnen. Dat hebben we gedaan, en dat is de kroon op een heel mooi seizoen.’
Hoeveel waarde heeft deze landstitel voor uzelf?
‘Veel. Allereerst omdat het heel moeilijk is om kampioen van Nederland te worden. Kijk eens naar de eerste seizoenshelft van PSV. Die ploeg won vrijwel alles. En na de winterstop konden zij zich volledig focussen op de competitie. Dat was bij ons totaal anders. Toch lukte het ons om tot in mei nog actief te zijn op drie fronten. De moeilijkheid zit in de concurrentie van PSV, voortkomend ook uit het gebrek aan weerstand van andere ploegen. Het was dit seizoen toch Ajax en PSV tegen de rest. We konden geen steekje laten vallen. Bekijk maar het puntenaantal van beide clubs. In zo veel andere seizoenen waren we een paar duels voor het einde allang kampioen geweest, nu bleef het tot de laatste weken spannend. Daarnaast is het voor mij als trainer prachtig om deze mijlpaal te beleven. Ik ben trots op dit team, op de spelers, op de begeleiding. Dit is het succes van ons allemaal. Maar volgend seizoen wordt de uitdaging nog groter.’
'Wat we dit seizoen hebben laten zien. Daar praten de mensen over twintig jaar nog vol lof over'
Zoals het bij Ajax volgens de traditie hoort te gaan: resultaat gekoppeld aan dominant en aantrekkelijk voetbal.
‘Daar zit ook zeker een deel van het voldane gevoel in. Niet alleen winnen, maar ook de manier waarop. Wat we dit seizoen hebben laten zien. Daar praten de mensen over twintig jaar nog vol lof over. Dat lijkt me ook zo mooi. Dat ze zeggen: Dat team, met zoveel verschillende spelers met unieke kwaliteiten. Noem ze maar op. Dat was een team, zeg, dat speelde voetbal. Daar doe je het voor. En uiteindelijk moet het leiden tot titels.’
Wie had dat vorig jaar op dit tijdstip verwacht?
‘Ook in de moeilijkste periode dacht ik: Ik krijg ze wel aan het voetballen. Daar was ik van overtuigd. Maar waar dat dan toe leidt, dat kan je niet voorspellen. Dat spelers zich zo zouden ontwikkelen, dat we ons als team zo zouden ontwikkelen. Dat had ik niet verwacht. En volgens mij niemand.’
