Het is negen jaar geleden, maar Jean-Paul Boëtius weet nog alles van De Klassieker waarin hij debuteerde. Terug naar 28 oktober 2012, Feyenoord-Ajax 2-2. ‘Koeman zei: “Ga dat autootje maar bestellen”.’
Dit verhaal is afkomstig uit VI's 100 jaar Klassieker-special boordevol exclusieve interviews, reportages, achtergrondverhalen en statistieken. Bestel de special hier en draai warm voor Feyenoord - Ajax.
Jean-Paul Boëtius is in die tijd een groot talent bij Feyenoord, maar door blessures ziet hij zijn vrienden Tonny Vilhena, Terence Kongolo en Anass Achahbar al eerder de stap maken naar de A-selectie. ‘Anderhalve week voor Ajax mocht ik dan eindelijk ook meetrainen’, kijkt de huidige aanvaller van FSV Mainz 05 terug. ‘Dat was op een donderdag. Ik dacht toen nog: Leuk, benieuwd of het volgende week weer mag, maar een dag later stond ik weer op het veld met die gasten. Toen kwam VVV-Venlo. Als ik dan toch al meetrainde, waarom niet ook mee naar die wedstrijd, hoopte ik. Maar de trainer, Ronald Koeman, kwam naar me toe. Hij zei: “JP, ik heb getwijfeld je te selecteren, maar jij speelt maandag met de beloftes tegen FC Groningen. Vond ik eigenlijk ook wel mooi, want ik zat gewoon in de A1, hè.’
'Ik weet nog dat ik instapte, zo trots als wat. Ik was die ochtend met tram 23 naar Feyenoord gekomen en reed als een koning in die Astra naar huis'
Met Ronald Koeman op de tribune speelt Boëtius een uitstekende wedstrijd die maandag op Varkenoord. ‘Al zeg ik het zelf, het ging super. Ik heb geen bal verkeerd geraakt, maakte mijn acties, was gevaarlijk. Dat team was toen ook best goed. Stefan de Vrij deed mee, Omar Elabdellaoui, Harmeet Singh. Mitchell Te Vrede. Ja, ik heb Koeman toen wel zien staan, hij kwam vaker kijken. Samen met Jean-Paul van Gastel en Giovanni van Bronckhorst, de assistenten, stonden ze dan vlak bij de kantine op het oude Varkenoord. Martin van Geel, de technisch directeur, kwam ook weleens kijken. Zoiets motiveert toch. Na afloop kreeg ik de mededeling dat ik de week erop weer met Feyenoord 1 mocht meetrainen. Oké, dacht ik, nú begint het ergens op te lijken.’
